Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 21 mei 2025
Het is trouwens ook wel mogelijk, dat de arme Vogels lijden onder de nawerkingen van een veroordeel uit vroegere eeuwen; toen wist men het ongeregeld verschijnen van de Pestvogels niet beter te verklaren, dan door ze te beschouwen als voorboden van vreeselijke oorlogen, duurte van levensmiddelen, pest en andere besmettelijke ziekten, kortom, van algemeene rampen, en vond hierin aanleiding om ze te haten en te vervolgen.
Nog schitteren de oogen van het meisje, nog kleurt een donker rood haar wangen, en de lieve, vriendelijke mond heeft een ernstiger plooi gekregen, als zij antwoordt: "Misschien heb ik te veel gezegd voor een meisje, maar ik kan het niet helpen; ik ben nu eenmaal zoo, ik zou...." "Jij zoudt iemand vurig kunnen lief hebben, maar ook fel kunnen haten, geloof ik." "Haten? Dat is 't woord niet."
Sommige zijn in 't geheel niet tembaar, terwijl andere spoedig volkomen getemd worden; wat sommige haten, wordt door andere zeer aangenaam gevonden. De Poedel gaat uit eigen beweging te water, de Keeshond wil altijd thuis blijven. De Dog laat zich op den man africhten, met den Poedel gelukt dit niet.
Hoewel hunne feestdagen, godsdienstoefening enz. heel veel overeenkomst hebben met die der Joden en zij er zeer semitisch uitzien, haten en verachten zij toch de Joden, evenals de Christenen. Zij voelen zich boven allen verheven. Zij hebben hun eigen kerkje en vormen zelfs hun eigen gemeente. Het hoogepriesterschap is erfelijk en gaat van vader op oudsten zoon over.
"Goede Deodaat!" zeide zijn vriend: "uwe grootmoedigheid beschaamt mij; doch ik gevoel dat gij gelijk hebt: ja, ik beken het, reeds het loutere denkbeeld schokt mij, dat gij de genegenheid van Madzy zoudt mogen verwerven, en ik u zou kunnen haten! neen dat nimmer!" Eenige oogenblikken stilte volgden op dit gezegde, en weldra bevonden zij zich aan de poort van Haarlem.
En dit staat vast, als eens het louteren ook bij ons een einde neemt, en het zilver is gansch gezuiverd, dan zal dat gezuiverde zilver eens zelf in die loutering roemen, en God danken, dat Hij, niettegenstaande zijn tranen en gebeden bij die loutering, dat louteren toch heeft doorgezet. Maar ik zeg ulieden, die dit hoort: Hebt uwe vijanden lief; doet wel dengenen, die u haten. Luk. 6:27.
Ik ben u dankbaar, maar hoed u voor jaloerschheid, wilt ge? Ik haat die vrouw niet meer.... Hoe spijtig! Ik ben bang voor haar. Hoe spijtig!.... Hoe spijtig toch! ... En hoe redeloos! Inderdaad, ge hebt soms manieren van een schuchter vogeltje, een angstig vogeltje, en dan is het me waarlijk of mijn hart te groot is voor u. Kunt ge d'Orval niet haten? Dat ware, geloof ik, mij heerlijk liefhebben.
Mijn jachtgezel Erik Swenson verhaalde mij, dat de Veelvraat zich in Skandinavië, vooral als de sneeuw zeer hoog ligt, zachtjes in den wind op naar de plaatsen begeeft, waar de Sneeuwhoenderen hunne holen hebben gegraven, ze daarin vervolgt en zonder moeite doodt. De jagers haten hem in hooge mate.
Een oogenblik bezon zij zich, als wist ze niet, waar zij was en wat ze doen moest, daarna stond zij haastig op en ging naar de deur. "Zij bemint mijn kind toch nog," dacht hij, de verandering harer trekken ziende, "mijn kind! hoe kan zij mij dan haten?" "Dolly, nog een woord!" sprak hij haar volgend.
Zij scheen zoo geschokt te zijn door alles, wat haar in de laatste dagen overkomen was, dat zij zich in het geheel niet meer beheerschen kon. "Giannita kon toch wel begrijpen, dat God haar moest haten," zei zij. "Zij had zoo iets vreeselijks gedaan. Zij had haar vader verloochend, haar vader verzaakt. "Giannita kende toch wel het vierde gebod."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek