Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 18 juni 2025


"Zie dan, dat gij den commandant Ripperda te spreken krijgt. Als hij zijn toestemming geeft, is het mij ook goed. Weigert hij, dan weiger ik ook. Zij is hier veiliger. Meent gij, dat wij van plan zijn, ons over te geven? Niet zoolang wij nog iets te eten hebben." Hiermee gaat Guy heen.

En nu vertelt Guy aan den ontstelden Oliver, wat hij den vorigen nacht zag en hoorde bij het drinkgelag van "de Zes Drinkebroers van Brussel" in Het Geschilderde Huis. "Ja, dat is bewijs genoeg, en meer dan genoeg, dat hij mijn geheim bezit, hij, die van alle menschen er het eerst gebruik van zal maken, want deze Vasco de Guerra is mijn vijand.

"Ja, maar nog slimmer aan land dan op zee," antwoordt Guy, met de eene hand zijn oliejas dichter om zich heen trekkend en met de andere zijn zuidwester vasthoudende, waar, ondanks al de moeite, die hij zich geeft, om hem vast op zijn hoofd te drukken, toch nog eenige blonde lokken onder uitwaaien.

Op de Schoenmarkt is het zóó druk, dat dit moeilijk valt uit te maken, maar als zij de Kammestraat zijn ingeslagen, de herberg De Roode Leeuw voorbij zijn en de nauwe steegjes, die naar de voornaamste waterpoort van de stad leiden, waar het bureau van den provoost-geweldige zich bevindt, wordt de menigte minder talrijk, en als Guy zich even omkeert, ziet hij den man dicht achter zich.

"Dat is mijn zaak," zegt de Engelschman, opnieuw in de papieren kijkend, die hij den doode, naar zijn kleeding en voorkomen te oordeelen, een Spanjaard of Italiaan, heeft afgenomen. "En ik zal u zeggen, wat ik wil doen," vervolgt Guy; "wanneer deze zaak zoo voordeelig blijkt als zij schijnt, geef ik er nog tweehonderd bij, als ik weer uit Engeland hier kom."

Zoo komen Guy en Oliver gemakkelijk in de feestzaal, een hoog vertrek met fraaie, gesneden balustrades en balkon, de muren gedecoreerd met schilderstukken en fresco's, waarvan sommige door den aan het drinkgelag deelnemenden kunstenaar zelf geschilderd zijn.

"Dat was voor mij genoeg, om de Spanjaarden te haten en mij ter beschikking van Koningin Elizabeth te stellen," zegt Guy, na een pauze op somberen toon, "en als vrijbuiter in haar dienst, kwam ik ook in het bezit van dit miniatuur."

Het ijslijk geschreeuw der aanvallende Vlamingen verschrikte hen zozeer, dat zij in wanorde door elkander liepen, en langs alle kanten door de velden ontvluchtten; de beenhouwers kapten en kerfden schriklijk onder hen. Guy de St.-Pol op een goede draver gezeten zijnde, ontkwam het doodsgevaar, en vlood met snelheid heen, zonder zich meer om zijn volk te bekommeren.

Daarna wordt het dek heroverd met een flank-aanval van de andere schepen, doch slechts gedeeltelijk, daar Alva's veteranen vechten, alsof zij nooit verslagen konden worden, en alsof hun aanvoerder betooverd en onkwetsbaar was. Tweemaal hebben Guy en hij hun zwaarden gekruist, doch zij zijn weer van elkaar geraakt door het gedrang.

Op een goeden dag zullen wij de burgers wel klein krijgen en hun goederen en huizen en vrouwen en dochters een paar dagen voor hen in bewaring nemen! Buit en schoonheid!" "God zij hun genadig," denkt Guy, terwijl hij zijn oogen in het rond laat gaan en als het ware een visioen krijgt van die afgrijselijke "Spaansche furie", die een paar jaar later in Antwerpen zal uitbreken.

Woord Van De Dag

verheerlijking

Anderen Op Zoek