United States or Latvia ? Vote for the TOP Country of the Week !


En nu vertelt Guy aan den ontstelden Oliver, wat hij den vorigen nacht zag en hoorde bij het drinkgelag van "de Zes Drinkebroers van Brussel" in Het Geschilderde Huis. "Ja, dat is bewijs genoeg, en meer dan genoeg, dat hij mijn geheim bezit, hij, die van alle menschen er het eerst gebruik van zal maken, want deze Vasco de Guerra is mijn vijand.

Wel, het is het gebruik bij deze drinkgelagen, dat, als het feest zijn toppunt heeft bereikt, verschillende vrienden der deelnemers hun, ter eere van Bacchus, groote drinkbekers vol fijnen wijn met hun complimenten zenden. Vasco de Guerra is een aanbidder van mademoiselle Bodé Volckers, de schoone Mina, die ik bemin. Dat zal zijn ondergang zijn.

Geen echter zoo vlug als Pedro Alonzo Nino, die Columbus op zijne eerste en derde reis vergezeld had. Hij ontving van De Fonseca eene zelfde volmacht, als De Hojeda gekregen had, en in gezelschap van Christoval Guerra stak hij, slechts weinige dagen nadat De Hojeda vertrokken was, van Palos in zee met een klein vaartuig, dat slechts vijftig ton inhoud had.

Men zal tot een nieuw rondje overgaan, maar nog vóór het gedronken wordt, ploft de kleine Tomasito neer, alsof hij door een kanonskogel was getroffen; De Guerra en Floris blijven nu alleen als kampioenen over en kijken elkander uitdagend aan, de een met den kalmen glimlach van den Vlaming, de ander schuimbekkend van woede als een echte Spanjaard, die, als hij opgewonden raakt, woest hartstochtelijk wordt, woest hartstochtelijk in den oorlog en bij het spel.

"Alleen dit, dat Vasco de Guerra gisteravond 'de Zes Drinkebroers van Brussel', die hier reeds waren aangekomen voor het drinkgelag met Floris, onthaalde op een duivenpastei, gemaakt van zes duiven, die hij, zooals hij verzekerde, had geschoten; maar hij sprak van een zevende, en verklaarde, dat hij voor het hoofd van de zevende zulk een belooning zou ontvangen, dat hij in staat zou zijn, zijn kameraden een groot feest te geven."

Guy, die het hoofd heeft afgewend en enkel op de gelegenheid wacht, om bij het einde van het drinkgelag De Guerra van zijn papieren te berooven, daar hij er weinig om geeft wie het zal winnen, voelt zich plotseling aan de mouw trekken en ziet, omkijkend, het ontdane gezicht van Antony met uitpuilende oogen. "Hij komt weer bij!" fluistert deze. "Wie?" "Vasco! Kijk! Hij staat alweer op zijn beenen.

Zij hebben ieder reeds acht pinten wijn gedronken en beginnen nog pas. Zij hebben een duivenpastei voor zich staan. Ik heb die eigenhandig gemaakt van vogels, mij door senor Vasco de Guerra zelf verschaft. Wilt gij niet het een en ander gebruiken, senor capitan, eer gij uw slaapplaats boven den stal opzoekt?" "Ja, een halve pint wijn zal voor mij wel genoeg zijn," zegt Guy.

Ik denk niet, dat De Guerra reeds is opgestaan," zegt Guy, "maar ik zal op hem letten en er voor zorgen, dat hij de herberg niet verlaat, om ons geheim aan iemand anders mee te deelen.

En de Vlaming haalt verruimd adem, een van de vele gevaren, die hem bedreigen, is tenminste door den dood van De Guerra afgewend. De kleur is op zijn aangezicht teruggekeerd en hij lacht: "Uw komst ter rechter tijd en de duivenpastei hebben mij gered, tenminste voor een korte poos, mijn vriend, mijn Guido!"

Den beker, dien hij in de hand houdt, op zijde zettend, roept Vasco de Guerra uit: "Dit is oude roode Rijnwijn; ik drink dien, mijn knikkebeenende Floris, op het mooiste jonge meisje van Antwerpen!" En den beker aan zijn mond brengend, slaat hij den inhoud in een lange teug naar binnen.