Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 18 juli 2025


Ziende dat Gwyde zich op een enkele rij met zijn volk geschaard had, verdeelde hij zijn leger in drie lichamen ; het tweede behield hij onder zijn eigen bevel, en vormde hetzelve uit de beste benden ten getale van vijftienduizend uitgelezen ruiters; het derde, dat de achterwacht hebben moest, en tot de bewaring der legerplaats bestemd was, liet hij onder het bevel van Guy de St.-Pol.

"Maar, gij zijt immers beroemd om uw bier laat mij daarvan dus liever een kan nemen," gaat hij voort, als een echt Engelschman zijn nationaal brouwsel getrouw blijvend. "Het beste in geheel Vlaanderen. En dan hebben wij ook nog mout uit Londen." "Juist, dát is het ware!" roept Guy uit, zijn rol van Spanjaard vergetend. "Breng mij Engelsche mout!"

Men heeft niet noodig Guy te vertellen, dat hij in een stad is, die reeds weken lang belegerd wordt en waar de nood op het hoogste is gestegen. De straten zijn in duisternis gehuld, er branden geen lichten, behalve in de Groote Kerk, nu gebruikt voor hospitaal, en in het Stadhuis, waar Ripperda, de commandant, krijgsraad houdt met zijne officieren. Het is onnatuurlijk stil in de stad.

"Ik wil meer doen ik wil het bewijzen!" fluistert Guy en staat van de tafel op. Hij ziet er uit, alsof hij eens goed gebruik van zijn recht wil maken.

"Leid in Gods naam mijn aandacht niet af van de boot!" mompelt Guy tusschen de tanden. "Wij zijn aanstonds in een bocht van de rivier. De wind zal dwars overkomen. Ik worstel voor ons aller leven." Dan zet hij zich opnieuw schrap voor den strijd, want de stroom en de wind zijn niet meer in één richting en dat maakt zijn taak aan het roer des te moeilijker.

Als hij alleen is, begint Guy te lachen: "Ik wil toch weten, wat ik smokkel," en een man van de daad zijnde, beurt hij terstond een plank in den vloer van zijn hut op en maakt een der kisten open. Als hij den inhoud heeft onderzocht en de kist weer secuur heeft weggeborgen, begint de Engelschman zacht te fluiten, mijnheer Jan Olins is in zijn achting gerezen.

Ging het haar als u? Is zij ook verliefd, dat zij u haar portret gaf?" "Neen," antwoordt Guy, "ik geloof, dat ik verliefd ben geweest op deze beeltenis, sinds ik die drie jaar geleden op zee veroverde." Dit antwoord brengt den schilder geheel en al in verbazing.

Daar de woning onmiddellijk achter het bastion van Paciotto ligt, hebben ze haar spoedig bereikt en Guy heeft weinig gelegenheid, om met zijn gezellin in gesprek te komen, nog te minder, omdat de storm, die steeds aanhoudt, hen tot spoed aandrijft en de dame noodzaakt, haar mantel zoo dicht mogelijk om zich heen te trekken.

Een oogenblik later zegt kapitein Guy losweg: "Duyvel, ik zou u raden met uw boot naast ons te blijven liggen tot morgen vroeg, gij redt het nooit in dien storm," gaat naar het dek, en zijn eersten officier ter zijde nemend, zegt hij kortaf: "Gij moet het commando van de Dover Lass overnemen, luitenant Dalton, tot ik terugkom." "Wilt gij het schip dan vannacht nog verlaten?"

Maar als zij deze bocht voorbij zijn, en nu de waterzijde van Antwerpen naderen, wordt de wind, door het land gebroken, minder hevig, en het wassend tij, dat bijna zijn hoogtepunt heeft bereikt, minder snel en gevaarlijk. "Goddank, wij hebben het ergste gehad," zegt Guy met een zucht van verlichting.

Woord Van De Dag

bakels

Anderen Op Zoek