United States or Philippines ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zoo gromde hij voort, en naarmate hij zag, dat ze onder zijn berisping bukte, werd hij heviger en trommelden zijn vingers op zijn knieën. Wat is t'er ân? zeî hij verder. Ik ben geen minnaar, ik ben je man. Ben ik je man niet? Na een paar minuten zwijgens en nagedachte, kwam weêr het onbegrijpelijke van de weigering bij hem boven. Zacht zeî hij: Zeg nou 'es, Thilde, wáarom wil-je niet?

Wanneer zij bij 't binnenkomen eenige ontroering verried, merkte Sikes het niet op; hij vroeg alleen of zij 't geld had meegebracht en gromde voldaan, toen zij bevestigend antwoordde. Daarna liet hij zijn hoofd weer op het kussen vallen en zette den slaap voort, waar haar komst hem in gestoord had.

Maar de knarsstem gromde me toe: »Geef eerst je pet hier." Ik bracht de pet, innerlijk genietend van zijn onnoozelheid, alsof ik me door een pet zou laten weerhouden. Die pet kon stikken, en hij er bij. En nu naar achteren.

Gij moet u het lot getroosten. Dakerlia zal wel zeker Robrechts echtgenoote worden." "Dit huwelijk is nog niet voltrokken!" gromde Disdir Vos met eene vonk van zegevierende blijdschap in de oogen. "Maar zijt gij zinneloos, mijn goede Disdir?" schertste Willem Van Wervick. "Alzoo, gij meent het nog mogelijk dat Dakerlia Wulf uwe vrouw worde?" "Wie weet?

»Dat zeg jij Billzei Fagin peinzend. »Dat zeg jij.« »Waarom haalde ze 't in haar hoofd, vanavond uit te willen gaanvroeg Sikes. »Kom, jij moet haar beter kennen dan ik. Wat beteekent dat?« »Koppigheid, de koppigheid van een vrouw, denk ik.« »Ja, dat denk ik ookgromde Sikes. »Ik dacht, dat ik haar getemd had, maar ze is even erg als vroeger

"Wat? woestaard!" gromde de proost vergramd, o gij zoudt Robrecht durven uitdagen? Mij zoudt gij moeten dooden, vooraleer ik zulken broederstrijd toeliete!" "Welaan, hij bedwinge zich dan! Zijne vriendschap behoef ik niet, maar zijn misprijzen zal ik niet dulden, in geener wijze!" "Maar wie zegt u dat Robrecht u misprijst?"

Ik ga in het wagenkot, om het hennennest te ledigen; ik haal er vijf eieren uit en leg ze in mijnen korf; ik grijp er een zesde, en voel daar iets vreemds aan, dat mij verwondert; ik loop onder de lucht om te zien wat het is. Wie zou niet beven? Het was een ei met letteren er op!" "O, Christien, onvoorzichtige vrouw, waarom ons zoo ijselijk doen verschieten?" gromde de baas.

Hij beet harder op zijn vingers en zijn gezicht werd nog dreigender. "Krijt voor hen bikken," fluisterde hij. "En de heele wereld hoort an ze! Ik heb nergens deel aan nergens." Plotseling zag hij met een aanval van weëe woede de hem nu reeds zoo goed bekende gestalte van een agent schrijlings op den tuinmuur zitten. "La' me met rust," gromde de reus. "La' me met rust."

»Neen," gromde een andere oudgediende, »we hebben nog niets veroverd dan verbrande en leeggeplunderde steden en dorpen. Van buit is geen sprake! We bezitten op 't oogenblik niets dan wat we zelf hebben meegebracht!" »Maar als we dan tòch alles uit Frankrijk naar Rusland moesten sleepen," zei de grenadier, »waarom ons dan maar niet liever in Frankrijk gelaten?"

De fourier was bovenal over de zoete vriendelijkheid der jonge boerin getroffen, en het deed hem waarlijk leed, dat zij zoo deerlijk van de kinderpokjes was geschonden. Zulk goed hart onder zulk leelijk aangezicht, het was groote spijt, inderdaad! "Sa, bazin," gromde de sergeant-majoor, "ik bedank u wel voor uwe dienstwilligheid; maar ik scheur van honger.