United States or Kuwait ? Vote for the TOP Country of the Week !


Nu konden ze niet meer, óp van inspanning en emotie, en in de steeds meer donkerende kamer, waarin 'n lantaarn wat lichtglans wierp, zaten ze zonder bewegen. "Zeg", zei Else eindelijk droomerig, met 'n langen zucht, "ben je wakker, Go?" "Ja, en ook wel 'n beetje uitgerust." "Weet je, waar ik zoo aan lig te denken? Wat die laatste student, die hier gewoond heeft, voor 'h man zou zijn geweest."

"Zou hij?" hoopte Go, maar de juffrouw vertelde huilerig, dat meneer Beerenstijn boven was; wat zij er toch van dachten, "zoo'n dierbare meneer."

"En..." hij zweeg, keek Go even afwachtend aan: haar wangen waren blozend van opwinding en verlegenheid, en hakkelend begon ze: "Ik begrijp niet, hoe u op 't idee van ons komt.... van Else wil 'k niets zeggen, maar ik heb heelemaal niets, geen talenten of zoo, en geen meeningen, en ik weet nergens iets van; u zou wezenlijk niets met me kunnen beginnen."

Han stond met Else voor het raam te kijken: "Hoe wist jij 't?" vroeg ze, "Han vertelde 't me vanmiddag." Er waren meer jongens, die Go niet kende; ze praatten allemaal zacht en gedempt, en het was er kil en triestig. 'n Droef, grijs licht viel door het gordijnlooze raam op den houten vloer, en de met namen bekerfde tafel.

De tafelorde was verbroken; Go snoepte klontjes suiker, en wierp er ook den hond van in den geopenden bek; Lou en Coba liepen arm in arm den kant naar Endegeest op, vanwaar 'n geheimzinnig, triestig gezang opklonk; de anderen stonden en hingen over de stoelen te overleggen, wat nu. "Ik ga dadelijk terug," zei Lize. "Je hadt gezegd, dat 't maar 'n uurtje duren zou en 't is kwart voor twee."

Achter in de gang stond de juffrouw met de jongste op den arm, de anderen om haar heen, de gebeurlijkheden af te wachten, knikte Go bemoedigend toe, toen de dokter de slaapkamer inging. "Geen eetlust nee, pijn in de beenen zeker; armen ook? 'n Beetje." "Hoe weet die man dat zoo precies," dacht Go in bewondering, "wat koortsig; ja; je hebt influenza, beste kind; maar flink onder de wol blijven.

Dat leer-je zeker van de meisjes hier, want zie-je.... ik vind ze heel aardig, Go; maar zijn jullie altijd zoo, zoo ernstig, zoo verstandig....? Als ik 's reken.... wij vroeger.... dat was toch wel héél wat anders." "Ons eerste jaar.... ja, zeker; dat wás heel wat anders."

Zoo kwam ook Gerard 'n avond met 'n pakje lidmaatschap-kaarten, om te bespreken, of ze afgeschreven moesten worden, of door den dood vanzelf vervielen, toen hij Go wild snikkend met haar hoofd op de schrijftafel vond, de handen in wanhoop door haar haren woelend.

Go vóelde, dat Else op dat oogenblik hun levens tegen elkaar wóóg, en het werd haar diep en duidelijk bewust, hoe ver ze van elkaar waren gedreven, zij, die hun eerste vrijheid-vreugde samen hadden genoten.

Ze was niet gerust over dat vertrouwende, gevoelige kind. "Kom 's bij me praten," zei ze hartelijk bij 't afscheid, "ik zou 't prettig vinden, als we elkaar beter leerden kennen." En Go beloofde 't: "Ja graag, want ik ben hier nog zoo alleen."