Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 22 juli 2025


Zij wisten, dat broeder Cipolla dien ochtend in het kasteel ontbeet met een van zijn vrienden en zoodra zij hem daar aan tafel bemerkt hadden, gingen zij naar de herberg, waar de monnik was afgestapt na overeengekomen te zijn, dat Biagio den knecht van broeder Cipolla aan de praat moest houden en Giovanni dan onder de bagage van den broeder naar die veer zou zoeken en die stelen.

In 1479 kocht Lorenzo de' Medici dit landgoed van Giovanni Rucellaï, een niet minder uitnemend kenner en beschermer der kunst, den stichter van den voorgevel van Santa-Maria Novella. Rucellaï had dit domein op zijn beurt gekregen van zijn schoonvader, een groot burger, een vurig, onzelfzuchtig beschermer van kunst en letteren, Pallas Strozzi.

't Was dus niet te verwonderen dat de Heer Giovanni Capelli, de Italiaansche fabrikaat van gipsen-beelden en statuetten, op de gedachte kwam, om van den algemeen betreurden dichter een buste te doen vervaardigen en in den handel te brengen.

Men vertrouwde den vreemdeling niet genoeg, en Koning Hendrik VII bleef er zelfs vrij koel onder, toen de ontdekking der Nieuwe Wereld, of zooals men meende, de Indiën, ook in Engeland bekend werd. In die dagen woonde echter te Bristol een vermogend en geleerd Italiaansch koopman. Hij was van Venetië afkomstig, en heette Giovanni Caboto, doch de Engelschen noemden hem eenvoudig John Cabot.

Toen Giovanni zich vrij voelde, begon hij met de grootste zorg datgene na te vorschen, wat voor de Poëzie noodig was en ziende, dat de beginselen en grondslagen der dichters, welke betreffende de romans en de fabels bestaan, zoo goed als geheel waren verloren gegaan, begaf hij zich, alsof hij door een voorbeschikking was bewogen, op weg en schrikte niet terug voor de vermoeiendste zwerftochten.

Laas! zegde zij, spreek daarvan aan anderen niet. Maar gij zult hem niet zien. Ik zal hem spreken, zei Uilenspiegel. Als gij dát kunt, betaal ik U honderd florijnen. Ik heb ze gewonnen! sprak Uilenspiegel. Hoewel zijne beenen vermoeid waren, doorliep hij 's anderen daags de stad en vernam hij, dat de paus dien dag de misse zou lezen in de kerk van San Giovanni in Laterano.

Giovanni draaide als een kat om een stuk spek een paar malen rondom de buste, bekeek haar oplettend, voelde even, heel voorzichtig, met den vinger langs de nog vochtige klei en zei in zichzelven: 't Is goed gedaan, 't zit flink in mekaar; toen, luid: Nu, wat zeggen de heeren er van; is 't Muller?

De Bogos noemen zich bij erfelijke overlevering, Christenen; maar zij bezaten noch kerken, noch priesters, toen, omstreeks 1854, een toeval, zoo men wil, hen in aanraking bracht met een jongen piëmonteeschen missionaris, Pater Giovanni Stella, die, weinig opgewektheid gevoelende voor de missie in het binnenland van Abyssinië, zich te Keren vestigde; waar hij eene uitnemende gelegenheid meende te vinden om met vrucht werkzaam te zijn.

"Weet je dat al?" vroeg Nino. "Ik wilde het je juist gaan vertellen." Nu werd Falco strenger. "Nino," zei hij. "De pastoor is mijn vriend en hij meent nu dat ik hem had willen plunderen. Je hebt zeer slecht gehandeld." En hij legde zijn geweer aan en schoot Nino dood. Toen hij dit gedaan had, wendde hij zich tot don Giovanni, die van schrik bijna van zijn ezel viel.

Zij zouden tevreden zijn met een stoomtram. "Waarom behoeft een spoorweg zoo duur te zijn?" zei donna Elisa. "'t Is immers slechts een gewone weg, waarop men ijzeren spoorstaven legt. "Maar het zijn die ingenieurs en voorname heeren, welke een spoorweg zoo duur maken! Neem geen ingenieur in je dienst, Micaela! Laat onze goede wegwerkers Carmelo en Giovanni je spoorweg aanleggen."

Woord Van De Dag

1195

Anderen Op Zoek