United States or Afghanistan ? Vote for the TOP Country of the Week !


Hoe juist heeft hij die zwakke en zorgelooze menschen gezien, die zich geene behagelijke zonden willen ontzeggen en denken: als wij ouder worden zal onze zinnelijkheid vanzelf wel afnemen en onze "nature vercouden". HILDEGAERSBERCH heeft het eerst de verveling van den traag voortkruipenden tijd beseft en in woorden gebracht: Als my die tijt verlanghen dede, So had ic ziecte ende onghevoech, Ic hoorde wat die clocke sloech, Die tijt, die ghinc van ure tot uren .

Daer nae doe die hemel des avondes verdonckert was ende alleman te huys ghinck, was alleen de piper noch niet ghesadet van den spele ende ghinc over den weghe singhende mitten pipen". Een onweer komt op en twee herdersjongens, die den pijper vergezellen, zien dat hij, door den bliksem getroffen, ineenzinkt.

dan kapt hij tusschen: "veel gelegen zijn" en: "De jongeling las" dezen versregel weg: Die bode ghinc daer de jonghelinc was en ook vóór: "las" de woorden: "Hi nam." En dat alles had hij volstrekt nièt mogen doen. Hij heeft waarschijnlijk gedacht: die oude dichter had te veel den tijd, wat is-ie breedsprakig. Mis, waarde Heer.

In 1288 was zij reeds gedeeltelijk overstroomd, zooals blijkt uit de Rijmkroniek van Melis Stoke, die zegt: Suuthollant verdronc ooc mede Ende ic ne weet ghene stede, Bi der see, en ghinc al onder, waar met Suuthollant de Hollandsche Waard bedoeld wordt. Nog hadden hier overstroomingen plaats in 1379, 1393 en 1396, maar telkens werden de wateren weder bedwongen.

Dat seldi segghen den ridder goet; Ende dat die valcke die daer quam, Ene bloeme van dier gheerden nam, Ende alle die andere liet hi staen. Sine vlercken ghinc hi van hem slaen Ende vlooch wech met haesten groot: Dit seldi segghen den edelen ghenoot.

Op eene andere plaats in dien roman vindt men bij een: "Ic wille corten mine tale" misschien het eind eener voordracht . Dat men het gedicht Van den Vos Reinaerde, bijna 3500 verzen, in ééne "zitting" zou hebben voorgedragen, is niet onmogelijk; doch waarschijnlijk dunkt mij, dat menige voordrager een rustpunt gekozen zal hebben bij de afsluitende verzen 1686-'8: nu moet hi pleghen siere sele Reinaert bi Grimbeerts rade, ende ghinc te hove up ghenade.

Och edel wijf, nu laat mi hoeren Ende seght mi, waer ic vonden waert. De jonghe joncfrou Damiet: Och edel jonghelinc van hogher aert, Na dien dat ghi hebt ghehoert, So willict u vertrecken voert, Waer dat u mijn vader vant: In sinen boegaert, scoene wigant, Daer hi hem verwandelen ghinc.