Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 10 mei 2025
"Plaas voor de Heere!" schreeuwde de man met het stokje; en de Meeuwsens, vader en zoon, betraden het geheimzinnige en schitterende voorportaal van 't Cirque Olympique van den Heer Blanus. "'k Wil dan alêvel 't spul ook is zien," zei Gerrit tot een juffrouw, die achter een vierkant gaatje zat, woar Gijs niet van begreep hoe ze d'r deur was gekommen. "Welche rang?" vroeg de juffrouw.
Men ziet het, ook 't gemeene heeft z'n naïveteit. Om overigens den belangstellenden lezer, die zich zeker al ongerust maakt over den gezondheidstoestand van die "mevrouw in de zykamer" wat moed intespreken, beroep ik me hier op zeker getuigenis van Gerrit, die eenmaal aan Wouter deze vertrouwelyke mededeeling deed: Je kunt me gelooven ik ben 'n oud man, en jy 'n jonk borssie zy ... eet te veel, en ze-n-is koppig en sagrineus: d
Reeds in het midden dier eeu had dit huisteeken zynen naam gegeven aan eenen burgemeester van Amsterdam, Hendrik Dirksz. Stuyver. En omstreeks eene eeu later was zekere Gerrit Stuiver burgemeester van Haarlem.
"Reeds in de vroegte, juffrouw Donze, 'was het antwoord. "Zoudt gij, terugkomende, even op Wildhoef willen aankomen, om te zeggen hoe het gaat?" vroeg zij blozende. "Zonder twijfel," betuigde Gerrit, volstrekt niet voor haar onderdoende. En zij liet het hitje weder opschieten, dat een sprong deed, waarvan Gerrit schrikte. "Geen nood!" zeide zij, "wij kennen malkaar."
»'n Ofcier en 'n ofcier zijn twéé«, ging Gerrit voort. »Je heb er 'an wie je merkt wat ze van je wille, maar d'r zijn d'r óók die maar eische dit en eische d
Men kon niet zeggen dat hij zijn zoon als kind bedorven of over het paard getild had, want hiertoe was hij te beredeneerd geweest; hij had den jongen Gerrit eene zeer goede opvoeding gegeven en hem wèl onder den duim gehouden; maar zooras hij als student was ingeschreven, had hij de onbepaaldste hoogachting voor hem opgevat, in welke hoogachting de moeder zeer genegen was te deelen, daar de jongeling haar eenige spruit was.
Op zekeren dag toen hij, na reeds in drie zeemansherbergen vruchtelooze pogingen aangewend te hebben, de vierde taveerne binnentrad, hoorde hij opeens uitroepen: »Wel heb ik van z'n leven! Kees! Klaas! Gerrit! Zeg, is dat schipper Van Halen niet!" Van Halen keek verrast op en zag nu aan een van de verste tafeltjes vier van zijn vroegere matrozen zitten.
"Ik denk niet dat de laatstgenoemde kunst den Heer Occo van Warns in een klooster van veel nut zal geweest zijn," merkte Gerrit aan.
"Weetje dan niet welk een groote lofspraak het voor den overledene inhoudt?" "Neen!" zei Gerrit, bijna overbluft door den zonderlingen man, voor wien hij wel wist dat men somtijds niet genoeg op zijne hoede wezen kon. Het geheele gezelschap verbeidde met gespannen verwachting. "Niet?" zei Wagestert eindelijk, nadat hij Gerrit lang en strak had aangezien. "Niet? Dan zal ik het je uitleggen.
Nooit, nooit, nooit had hy kunnen gissen dat de "handel" zoo'n moeilyke zaak was. Vita longa, ars brevis. Plebejervreugd over "gekochte kost." Dekadentie van Herkulanum en Pompeji. Wouter's verdriet over z'n snel begrip. Parafraze van Gerrit op Talleyrand's "pas de zèle!"
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek