Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 13 juni 2025
De intendant was hem echter tegemoet gegaan, had hem eerbiedig gegroet en verzekerde zeer te betreuren, dat hij hem moest storen in het werk, dat de geheele wereld met belangstelling te gemoet zag, maar het was voor een gewichtige zaak. »Ik weet het al," antwoordde de geleerde, met een kalmen glimlach. »Wat moet dat alles toch beteekenen?"
Mijnheer, zijt gegroet van mij Uwen dienaar." De Ruyter antwoordde op dit schrijven, dat zijn Schout-bij-nacht Van der Zaan, met zijn schip op plaats en tijd, die de Turk zou goedvinden, den tweekamp zou aanvaarden; terwijl hij beloofde, dat noch hij noch één der Hollandsche kapiteins genoemden Schout-bij-nacht eenige de minste hulp zou toebrengen.
Vitalis was haar genaderd en had gegroet, maar zeer koel. Ik vraag u verschooning dat ik u lastig val, maar ik wilde u mijn compliment maken. Vitalis boog zonder te antwoorden. Ik beoefen de muziek, ging zij voort, en dit zal wel voldoende zijn om u te doen beseffen, dat ik gevoelig ben voor zulk een groot talent als het uwe. Een groot talent!
Opzichtige toiletjes, die wat verfrommeld waren, gingen ons voorbij, ook hooge hoeden, die verkeerd op het hoofd stonden en wat waggelden; weer werden wij gegroet, wel heesch maar hartelijk. Men had ons dadelijk aan den vreemden vorm van onze auto, die in alle geïllustreerde bladen gestaan had, en ook aan de italiaansche vlag, die vroolijk op onzen wagen wapperde, herkend.
De dames hadden reeds herhaaldelijk, met lieven glimlach naar mij totaal onbekende gasten gegroet, wat mij telkens heimelijk een beetje hinderde; en nu ging ook Papa aan 't groeten, met korte, harde, familiaire hoofdknikjes, en noemde daarbij namen, waarbij de dames omkeken, en ook nog eens groetten.
Ik stel u den broeder voor van uw toekomstigen gemaal, den edelen Bartja." Nitetis sloeg hare verstandige donkere oogen op, en liet ze lang met een onderzoekenden blik op den schoonen jongeling rusten. Deze boog zich diep, kuste het kleed der blozende maagd, en zeide: »Wees gegroet, als mijne toekomstige koningin en zuster!
Schaunard had opgemerkt, dat zijn vriend Colline en de jonge man met de groote baard elkaar gegroet hadden. "Ken je dien mijnheer?" vroeg hij aan den wijsgeer. "Kennen bepaald niet," antwoordde deze, "maar ik zie hem wel eens in de Bibliotheek. Ik geloof, dat het een schrijver is." "Zijn kleeding wijst er tenminste wel op," antwoordde Schaunard.
Hier heb-je ze, en als je ze nooit teruggeeft, is het ook goed." "Dank-je, Piet. Zooals ik gezegd heb: als ik geen ongeluk krijg, ontvang je ze binnen enkele dagen terug. En nu ga ik weer heen, want ik heb nog wat te doen. Dag, Piet, tot ziens." "Gegroet!" zei Piet. "Arme menschen!" mompelde hij. "Ik wou, dat ik hen helpen kon." Dik ging regelrecht naar den bakker.
»In orde Bob,» zei hij. »Dat adres is mij bekend; ik heb er voor je Pa al meer dan eens wat moeten bestellen. Is het franco?» »De geadresseerde zal de vracht betalen,» zei Bob deftig, en na gegroet te hebben gingen wij het dorp in.
Wij hadden hen, toen wij plaats namen, alleen door het afnemen van den hoed gegroet, en dit was door hen ook zoo beantwoord. Mijn vriend Hendrik, die steeds naar de ingeving van het oogenblik handelde, zeide opeens tot den oudste der drie heeren: "Ik geloof, dat wij landgenooten zijn, Heeren! Laat ons eens samen klinken en een flinke teug nemen op ons wederzijdsch welzijn!
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek