Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 28 juni 2025
De muren van dit wondervolle gebouw waren gemaakt van schitterende speren, zoo sterk gepolijst dat zij de hal verlichtten. Het dak was van gouden schilden, en de banken waren versierd met schoone rustingen, de geschenken van den god aan zijn gasten. Hier boden lange tafels ruimschoots gerief aan de Einheriar, soldaten gevallen in den slag, die in het bijzonder door Odin begunstigd werden.
De schenker beschouwt den gast een oogenblik met meer opmerkzaamheid, en valt dan uit: "Sakkerloot, neem me niet kwalijk menheer, heb ik 't plezier dokter Helmond uit Romphuizen te zien? Ik kende u warempel zoo gauw niet." Helmond is op het oogenblik dat Piet hem zoo aanzag en zijn naam noemde, angstig een schrede achteruitgegaan.... O God! Als men hem herkende. Maar hoor, hoor Goddank!
En zie, meer en meer begon men geloof aan hare goddelijke roeping te slaan, en met eerbied zagen de krijgslieden tot haar op. Ha, zou dan eindelijk God zelf met hen strijden en hun de overwinning geven? Zou dan aan de veelvuldige nederlagen een einde komen? Een geest van groote blijdschap vervulde het kleine leger, dat den koning nog trouw gebleven was.
Al 't ongeluk dat gekomen was en al 't ongeluk dat nog komen zou, ze droegen hier gedrijen de waarachtige schuld ervan. Gijlie hebt 't bedreven, en ikke, mijn jongen, hebbe 't geduld. Waarom heeft Madeleen u dat allemaal niet uitgelegd? Hoor eens.... Waarom is uw gang dweers tegen den wil van God? God is de sterkste.
Wanneer wij kunnen liefhebben en bidden voor allen en door alles, dan is de strijd voorbij en de overwinning gekomen eere zij God!" En met oogen vol tranen, daar de stem hem begaf, zag de zwarte man naar den hemel op.
Waarop haar vader uitroept: "Groote God, zij bezwijmt!" En schamper zegt zij tot hem: "Dat zou u goed te pas komen! Als ik weer bijkwam, zou ik beroofd zijn van wat mij het dierbaarste is. Neen, ik wil niet bezwijmen, zoolang hij leeft water!" Alva zelf wil het haar brengen, maar zij duwt hem weg en zegt huiverend: "Niet uit uw handen; mijn kamenier Alida snel!"
Slechts als zij wist, dat zij geheel alleen in huis was, zeker dat noch hij noch de meid haar hooren kon, zong zij met halve stem altijd weer opnieuw doch steeds heel zacht, alsof zij bang was iemand wakker te maken, het kleine, bekende wiegeliedje: "Thou art my first born, whose sweet smile brings joy unto my loving heart, The dearest treasure God can send; my purest gem, dear child, thou art!
Het scheen hem, dat God thans vóór hem was en zich verklaarde. Hij zeide bij zich zelven, dat hij alles had gedaan wat hem mogelijk was, en hij nu gerust kon terugkeeren.
Zij waren heel naar de zuidweide geloopen en de Heer weet waar." "Sam, hoe dikwijls moet ik u zeggen, om niet zoo lichtzinnig zulke uitdrukkingen te gebruiken, als "God zegene u" en "de Heere weet", en dergelijke? Dat is goddeloos." "O, God zegene me, Mevrouw! Ik vergat het. Ik zal nooit zoo iets meer zeggen." "Wel, Sam, daar hebt gij het al weer gedaan." "Heb ik?
Ik wist wel, dat hy eene fatsoenlyke Geldersche dame getrouwt hadt, doch meer niet; en ik bemoei my bykans nooit met de zaken van een ander: Ik zeg altoos: "Abraham Blankaart, vrees God, en doe wel; dat is jou zaak, myn vriend." Alles wat gy van Saartje zegt, is, zo veel ik daar over kan oordeelen, wáár. Wees toch zo goed en hou een wakent oog over haar; wy mans hebben daar zo den slag niet van.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek