Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 24 juni 2025


"Fieken," zeide Hendrik, "om mijnent wille behoeft hij zich geene verwijtingen te doen, en indien ik in 't eerst ook maar weg wilde, 't was mij 't zelfde waarheen of waartoe; nu is dat anders, nu weet ik eerst, waarvoor ik soldaat geworden ben, en waarvoor ik te velde trek; nu weet ik eerst, wat het zeggen wil, dat een kamerraad>kameraad zijn kameraad bijstaat, en dat een heel regiment, op leven en dood, voor 't vaderland te velde trekt.

Hoe het den volgenden morgen met den molenaar was; en waarom Frederik aan de molenaarsvrouw als de slang van het Paradijs voorkwam en waarom Fieken van meening is, dat de zoon van Jochem Voss door den hemel wordt gezonden. Den volgenden morgen was 't den molenaar Voss alsof hij een half dozijn musschen in zijn hoofd had, die daar naar bromvliegen hapten.

"Wat?" vroeg zijne vrouw. "Smijt den schotel met "swartsur" op de straat neêr." "Dadelijk!" zegt Fieken, en in een ommezien vliegt de schotel de deur uit, juist zóó als dezen morgen de bontwerker. "Goed zoo!" zegt de smid Wolf. "En nu, Fieken, smijt nu ook den pot met het andere "swartsur" er uit.

De molenaar sukkelt over den drempel van de deur de kamer binnen, legt zijn hoed en handschoenen op de tafel en gaat een paar keeren in de kamer op en neêr: waarbij hij de reet zeer strak in 't oog houdt, en zegt: "Dat is een zware gang!" "Dat zie ik," zegt de molenaarsvrouw. Fieken zat aan de tafel en naaide linnengoed.

"Domeneer," had de molenaar gezegd, "mijn Fieken wil absoluut dat het eene stille bruiloft wezen zal, en haar zin mag ze ook hebben, maar alles wat toch bij eene bruiloft behoort, dat moet van 't beste soort zijn." En zóó geschiedde het ook.

Hij schelde éénmaal: Frits Sahlmann kwam niet; hij schelde tweemaal: Fieken kwam ook niet. Hij haalt zijne snuifdoos uit den zak en neemt een snuifje, met zulk een veelbeteekenend neusophalen, als iemand doet, die zich op alle mogelijke onaangenaamheden wil voorbereiden, krijgt zijn lorgnet te voorschijn en kijkt naar 't weder.

"Stoor je van avond aan hem niet; avondpraat en morgenpraat kunnen verschillen; maar in ééne zaak heeft hij van avond gelijk gehad; hadt je den koopman van Malchin toch maar genomen." "Moedertje," zegt Fieken, terwijl zij hare hand zachtkens op die harer moeder legde, en haar kalm in de oogen zag: "Moedertje, dat was de rechte niet."

Mijn wagen staat buiten vóór de hofsteê vastgebonden, en 'k heb maar een paar stappen te doen, om daar te komen." "Houd op!" zegt Fieken, "neef Hendrik, niet zoo driftig! Vader heeft van morgen zijn hoofd vol van eene zaak, die in orde gemaakt moet worden., 't Zou hem erg spijten, als gij in onmin van hem woudt weggaan."

Toen de molenaar nu wilde beginnen te schelden, omdat Frederik niet kwam, zeide zijne lieve vrouw, "Vader, laat hem maar blijven; ge zijt moê, ge hebt den heelen dag op den wagen rondgesukkeld, en zwaar gewerkt; ga naar bed; Fieken zal je een beetje bier warm maken, dat de nachtlucht je geen kwaad doet."

"Ik dank je wel!" zegt Fieken; de molenaar verroert zich niet, en de vrouw bukt en raapt de daalders op, die door de kamer gerold zijn. Toen de beide oude lieden zijn groet niet beantwoordden, en hij het geld op de tafel gewaar werd, zei de jonge man: "Neem 't mij niet kwalijk! Ik kom u, geloof ik hier niet heel gelegen."

Woord Van De Dag

verheerlijking

Anderen Op Zoek