Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 19 juni 2025
Ephesus, Ephesos, na de tuchtiging van Miletus de voornaamste der 12 ionische bondssteden op de aziatische kust, aan den mond van den Cayster. Volgens de mythe was de stad oorspronkelijk gesticht door Amazonen. In ongeveer 1100 hebben de Ioniërs onder Androclus er bezit van genomen. De stad was beroemd door haren Artemis-tempel, die voor een van de zeven wonderen doorging.
ANTIPHOLUS VAN EPHESUS. Ik heb mijn vader nooit, neen, nooit gezien. ÆGEON. Wij scheiden voor pas zeven jaar, bedenk het, In Syracuse, knaap. Zeg, schaamt ge u, zoon, Nu ik ellendig ben, mij te herkennen? ANTIPHOLUS VAN EPHESUS. De hertog, en een elk, die hier mij kent, Zijn mijn getuigen, dat het niet zoo is; Ik ben in Syracuse nooit geweest. 325
Ik heb in 't verste Griekenland vijf zomers Gezworven en heel Azië doorkruist, En kwam naar Ephesus op mijn terugweg, Wel zonder hoop, maar hier als overal, Waar menschen zijn, in 't zoeken onverdroten. Doch hier is 't einde van mijn leed en leven, En zeeg'nen zou ik mijn verhaasten dood, Wist ik door al mijn zwerven slechts: zij leven.
DROMIO VAN EPHESUS. Neen, beduid hem liever, zijn handen thuis te houden. ANTIPHOLUS VAN EPHESUS. Gij, vervloekte, zinnelooze vlegel! DROMIO VAN EPHESUS. Ik wou, heer, dat het waar was, dat ik mijn vijf zinnen niet had; dan voelde ik uw slagen niet. ANTIPHOLUS VAN EPHESUS. Gij hebt voor niets gevoel dan voor slagen, precies als een ezel.
Om Gods wil, laat een ander nu eens gaan. ADRIANA. Terug, of rondom zal het hoofd u gloeien. DROMIO VAN EPHESUS. En hij zou 't gloeien doen met rooden schijn; Zoo schonkt gij beiden mij een heil'genglorie. ADRIANA. Weg, domme prater, haal uw meester hier! DROMIO VAN EPHESUS. Zeide ik goedrond de waarheid, ben ik dáárom Te schoppen als een bal van hier naar ginds?
DROMIO VAN SYRACUSE. Een schip, waarop ik plaats voor u zou nemen. ANTIPHOLUS VAN EPHESUS. Gij dronken slaaf, gij, moest een touw mij halen; En 'k zeide u ook waarom en tot wat einde. DROMIO VAN EPHESUS. Een touw, heer? dan toch met een schip aan 't eind? Gij zondt mij naar de haven, om een schip. ANTIPHOLUS VAN EPHESUS. Ik doe die zaak wel nader met u af, En leer uw ooren beter acht te geven.
Reeds te Ephesus ontving het jonge echtpaar het bericht van den dood van Amasis. Van daar leidde hun weg eerst naar Babylon, vervolgens naar Pasargadae in de provincie Persis, alwaar zich Cassandane, Atossa en Cresus ophielden.
DROMIO VAN EPHESUS. 'k Heb een'ge merken op mijn bol van u, En enkele op mijn rug van de eed'le vrouw, Maar van u beiden saam geen duizend merken. Doch gaf ik, wat ik kreeg, u weer terug, Misschien waar' 't ras met uw geduld gedaan. ANTIPHOLUS VAN SYRACUSE. Van de eed'le vrouw? zeg, vlegel, welke vrouw?
DROMIO VAN SYRACUSE. Naar Adriana? dat is waar wij aten, Waar Dowsabel tot man mij hebben wil! Ze is al te dik, naar 'k hoop, voor mijn omarming. Al heb ik weinig lust, ik moet er heen; Een meester heeft een wil, een dienaar geen. Binnenhof in het huis van Antipholus van Ephesus. Adriana en Luciana komen op. ADRIANA. Ach, zuster, heeft hij zoo uw hart belaagd?
De stad Ephesus stond reeds bij de ouden bekend als een plaats, waar veel tooverkunst uitgeoefend werd. Men vindt dit ook in de Handelingen der Apostelen vermeld, XIX, vs. 13 en 19.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek