Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 13 mei 2025


Een oogenblik later zei Frits, terwijl hij met een vroolijk gezicht het pakje te voorschijn haalde, dat Elsje's nieuwsgierigheid had opgewekt: "Ik heb van ochtend een cadeautje voor je gekocht in het dorp. Wil je het van mij aannemen?" "Als het mooi is," zei Elsje lachend.

Zij wist niet wat zij las, heelemaal niet en zij vond dat het zoo niet langer uit te houden was en ongeduldig opspringend, riep zij uit: "Ik ga nog even een eind loopen. Het is hier zoo... zoo benauwd, vind ik." "Benauwd?" riep Frits verwonderd, terwijl hij eveneens opsprong. Maar niettegenstaande zijn verbazing over Elsje's woorden, scheen hij het zelf ook opeens wat "benauwd" te krijgen.

Er gingen drie, vier weken op deze wijze voorbij en alles bleef bij het oude. Niemand maakte ook maar de geringste toespeling op een engagement tusschen Frits en Cécile en Elsje's strijd werd hoe langer hoe zwaarder. Louise zou nu spoedig vertrekken en dan zouden die fluisterende gesprekken en dat laffe gegiegel ten minste ophouden, dacht zij met een zucht van verlichting.

Moeielijk zou Elsje's leven zeker zijn nu en dan, vooral in het begin, maar toch zeker niet zóó moeielijk, als wanneer zij heel alleen zou staan in de wijde wereld en dan zij wist immers, waar zij troost en hulp zoeken moest "de Heer zal u bewaren van alle kwaad; uwe ziel zal Hij bewaren". Hij zou ook zorgen, dat Elsje's kinderziel niet bedorven werd, niet verloren ging, maar rein en vroom bleef, ook te midden van alle wereldsche heerlijkheid en verstrooiing.

Laat ik je dan maar eens precies vertellen, wat tante schrijft. Het is geen lange brief. Zij vraagt alleen of het mij beter gaat en of ik wel genoeg ben om jou een poosje te kunnen missen." Angstig vragend keken Elsje's beschreide oogen, maar zij zeide niets en knikte alleen even, als om te toonen dat zij nu heusch kalm en oplettend luisterde.

Maar er was nu niets meer aan te veranderen. De trein, die mevrouw d'Ablong naar het kleine dorp brengen moest, waar Elsje woonde, kwam al nader en nader en stond eindelijk hijgend en blazend een paar minuten stil voor het onaanzienlijke station, waarbij Elsje's tante uitstapte.

En hij legde zijn koele hand op haar voorhoofd en dwong haar stil te blijven liggen. "Maar wat is er toch, dokter?" vroeg ze weer. De dokter antwoordde niet, maar nam een stoel en ging bij het bed zitten, bevoelde Elsje's pols, deed haar eenige vragen en zei toen op hartelijken toon: "Er is iets gebeurd, Elsje, daar je heel bedroefd om zijn zult.

"Dat weet ik niet," zei Elsje lachend. "Dag Cécile." "Dag Elsje, welkom hier," was al wat Cécile zeide, maar Elsje lette er niet op en was dadelijk druk in gesprek met grootmama, die alles weten moest van de directrice en van het afscheid en vooral van Elsje's grootste vriendin.

Elsje's hart klopte sneller, toen het portier van het rijtuig geopend werd, maar een gewaarwording van verlichting en toch ook van teleurstelling, maakte zich van haar meester, toen ze zag dat het leeg was. Mevrouw d'Ablong scheen hier niets ongewoons in te vinden.

Het was een donkerblauwe stof en de jurk was zoo aardig gegarneerd en kleurde zoo goed bij Elsje's blond haar en het frissche rood harer wangen dat mevrouw d'Ablong met welgevallen opmerkte hoe goed zij er op dit oogenblik uitzag. "Ja, ja, ze heet Elsje," zei ze. "Zij is het eenige kind van mijne overledene zuster, Frits, en ook door hare grootmoeder opgevoed, evenals jij."

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek