Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 7 juni 2025


"Onder de mindere menschen wèl; maar die zullen mij weinig kunnen helpen, als Ooh, Mijnheer! al ben ik hare moeder, zeg het mij maar ronduit, Eefje heeft zich hier immers goed gedragen?" "Wat wispelturig, zooals ik u zeide ..." "Maar toch eer lijk?" "Ja, vrouwtje! ja!"

"Goddank, Mijnheer!" er sprongen tranen uit de oogen der grijze vrouw, "en" voer zij voort; doch het woord wilde de keel niet uit; "daar valt mij een huis in; Mevrouw van ," en zij noemde een bekenden naam die Mevrouw zal zeker wel weten, waar zij is; als Eefje niet naar huis komen kon, heeft zij zeker bij haar hulp gezocht die Mevrouw is bij ons vandaan, moet u weten."

"Het ga je goed," zei het moedertje, toen de knecht de deur weder geopend had. "Van 's gelijke, en zoen Eefje voor me," lachte de schalk. Eefje verhuisd! geen wonder dat de tred der oude vrouw trager was bij het afgaan der gracht, dan bij het opkomen; allerlei gedachten onderdrukten het verlangen, dat hare voeten straks bevleugelde.

"Eefje heeft hier gewoond," zei de heer des huizes, die toevallig zelf aan de deur verscheen, heuschelijk; "maar zij was niet wel geworden, zij zou naar huis gaan, geloof ik." "Ach God!" En de man schelde aan zijne eigene deur, want vrouw Hendriksz dreigde de Jobstijding te besterven; zij werd bleek als een lijk.

"Jonge jufvrouw!" vroeg de knecht aan eene van de kleuters, die een jaar of tien wezen kon, "heeft hier een meisje gewoond dat Eefje heette?" "Ik weet wel, hoeveel jufvrouwen ik gehad heb, maar van de meiden neem ik geene notitie," was het antwoord. Ondanks al hare onrust, kon mijn moedertje zich niet weerhouden, de veelbelovende nuf van het hoofd tot de voeten op te nemen.

En Wouter hield een oogenblik op; de vrouw des huizes was aangedaan; zij dacht niet aan het belagchelijke, dat men in bedrogen minnaars pleegt te zien; zij dacht er slechts aan, welke een harte Eefje gekrenkt had, ten prijs van haar eigen verderf. "O, dat die oogen liegen konden!" besloot de jongman.

"Eefje?" hernam de borst; "er woont geen Eefje hier; mijne kameraads heeten Sanne en Saar, en " "En dat zou geen wonder wezen."

Het aardig wijfje uit den winkel had tot Eefjes speelmakkertjes behoord; slechts een paar jaren vroeger naar de hoofdstad vertrokken, had zij er kort gediend, was er gaauw en goed getrouwd; waarom had Antje haar ook zien voorbijkomen, op het oogenblik, dat haar die muizenesten over Eefje door het hoofd maalden? En wat was Antje tevreden geweest, als had zij zich op haren trouwdag te goed gedaan!

"Wat zal het baten?" zeide de moeder, toen zij het glas aan hare bevende lippen bragt, "de kroon is ons toch van het hoofd gevallen, onze eere is weg! Eefje! mijn kind! waarom moest je dit over ons brengen?" Een oogenblik stilzwijgens. "Waarom?" herhaalde de oude vrouw, "waarom? o Heere! houd mij dat woord ten goede; wat verdienen wij niet voor onze zonden?"

"Foei, Emilie!" zeî haar jonge zusje, "heugt je Eefje niet meer? ze was zoo'n vrolijke, vriendelijke meid." Het blaauwbessenvrouwtje had het kind wel willen kussen. "'t Is waar," viel Emilie in: "je m'en souviens, toen hadden wij die nare, norsche jufvrouw, Numero Acht." "En waar woont Eefje nu?" vroeg de teleurgestelde oude.

Woord Van De Dag

zelenika

Anderen Op Zoek