Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 7 juni 2025
"Eefje!" riep de meesteresse des huizes, over het slagen harer opmerking verbaasd. "Eefje!" herhaalde vrouw Hendriksz, als in eenen droom, en werd eensklaps den derde gewaar, die in het vertrek stond, en sprong op den jongman toe, en viel hem om den hals. "Leeft zij?" vroeg de moeder, "leeft mijn kind?" en staarde Wouter met hare bruine oogen in het gezigt, of zij in zijne ziel lezen wilde.
"Zij leeft, maar " "Zij is verleid!" jammerde vrouw Hendriksz, en stiet den jongman van zich, als ware hij de schuldige geweest. "Dat heb ik niet aan je verdiend, moedertje! maar je radeloosheid weet niet, wat ze doet. Ik had Eefje zoo lief, eerlijk lief; je zoudt zoo droef niet gekreten hebben, als zij "ja" had gezegd, toen ik haar vroeg.
Een smartelijke gil, der oude vrouw ontsnapt, getuigde, dat zij het gesprek maar al te wel had verstaan. "Moedertje! ik zeg je, dat Eefje leeft!" "Maar verleid! och! dat ook dit nog over het hoofd van haren blinden vader komen moest!" En zij zeeg op den stoel neêr. "Ik heb haar gebeden, ik heb haar gewaarschuwd, tot het leste toe; "vervolg mij niet meer," zei ze, "want ik haat je wijsheid."
Het blaauwbessenvrouwtje stond stil, stond op straat stil, en de voorbijganger, die haar uit den weg duwde, die haar ontwaken deed, wist niet wat er omging in haar gemoed. Eefje had in de laatste maanden niet geschreven; maar er waren haar en haren man toch van tijd tot tijd groeten, er waren hun later zelfs kleine geschenken, geschenken in geld, geworden, die slechts van Eefje komen konden.
Hij ging zijns weegs dat ik hem liet gaan! Doch ik dacht meer aan Eefje, die naast me staan bleef, maar geen woord sprak. "Eefje!" zei ik ten leste, "wat wou ?" "Hij vroeg me naar eene jonge jufvrouw, die bij ons logeert." "Lieg niet, Eefje!" bad ik haar; "mooije kleeren kan ik je niet geven, maar een goed man zou je aan Wouter gehad hebben, en dat is meer dan die lichtmis me kan nazeggen."
Eefje was ook daar in vele maanden niet geweest; en geen der dienstboden, die beurtelings werden binnengeroepen, herinnerde zich, het meisje te hebben ontmoet of gezien, geen hunner heugde het, dat zij bij afwezigheid hunner meesteresse, vergeefs was gekomen.
Hij sprong op toen hij dien hoorde; hij zag een bekend gezigt, waaraan de rouw, dien de grijze droeg, niet misstond; het blaauwbessenvrouwtje had eene boodschap voor hem: "Eefje heeft, eer ze stierf, om je vergiffenis gebeden!"
"Het leed niet lang, of ik dacht, dat zij me wel zien mogt. "Eefje! hoe bevalt het je hier?" vroeg ik haar, toen we een keer of wat zamen uit waren geweest, om eens hoogte te nemen hoe na bij land. "Opperbest!" zei ze. "Gelderland moet toch mooijer wezen," begon ik weêr, "Veel stiller ook," was haar woord.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek