United States or Iran ? Vote for the TOP Country of the Week !


Op het oogenblik, dat zij in onze geschiedenis optreedt, was zij een oude vrome, onontvlambare nuf, met den puntigsten neus en het stompste verstand, dat men maar vinden kon. Een karakteristieke bijzonderheid was 't voorzeker, dat niemand buiten den engen familiekring ooit haar voornaam geweten had. Men noemde haar altijd de oudste mejuffrouw Gillenormand.

't is immers nog zoo'n jong ding!.... Wie weet wat 'n nuf 't nog wordt." Toen glimlachte tante nog breeder en begonnen haar oogjes te tintelen. Maar ze nam zich dadelijk voor Bernard niet te plagen met dat meisje; daar hield ze niet van; 't had soms juist een glad verkeerd effect, dat had ze al zoo dikwijls gemerkt bij anderen. Neen, de charme van 't geheime moest blijven bestaan.

Zoo ver mogelijk! lachte zij steeds. Ik heb nog niemand gevonden, die me waard is, nog niemand! Trotsch ding, pedante nuf! schertste hij terug. Wacht maar, ze zullen je nog laten zitten! Zij lachte steeds vroolijker, steeds helderder om zijne bedreiging. Hij vond haar prachtig in dien lach.

»Mogelijk hij niet, maar zijne vrouw, dat nuf, die zich mevrouw laat noemen..." »Dat komt haar toe." »Zoo! Komt het haar dan ook toe om met een stroohoed met bloemen te loopen en een wit neteldoeksche japon met zes hoog strooken, precies zooals we prinses Marianne gezien hebben op de schilderij; een dominésvrouw!

Het is waar, Francis had veel zonderlings, er was in haar verleden allerlei dat mij nog opgehelderd moest worden eer ik haar met gerustheid, met vertrouwen mijne hand kon bieden, maar toch zij had een flink karakter, dat bleek mij uit alles; zij was geen onbeduidende nuf, geen koud zelfzuchtig wezen, dat aan niets dan aan haar opschik dacht en naar allerlei ijdelheid joeg.

"Jonge jufvrouw!" vroeg de knecht aan eene van de kleuters, die een jaar of tien wezen kon, "heeft hier een meisje gewoond dat Eefje heette?" "Ik weet wel, hoeveel jufvrouwen ik gehad heb, maar van de meiden neem ik geene notitie," was het antwoord. Ondanks al hare onrust, kon mijn moedertje zich niet weerhouden, de veelbelovende nuf van het hoofd tot de voeten op te nemen.

"Kom! gekheid, zoo'n nuf ben ik niet, dat weet gij nu wel. Wilt gij dat ik koffie voor u zal zetten? De heeren dáár gebruiken die niet, zij blijven rooken en drinken tot dat...." Op hare beurt was zij wat verlegen om te voleinden, dus viel ik in: "Ik wil niets dan een oogenblik vertrouwelijk met u spreken; gunt gij mij dat?"

"Goddank neen!" zeide Ottilia: "gij zijt afschuwelijk, Oda! en ik spreek u heden geen woord meer toe." "Gij hebt gelijk," zeide Oda: "ga liever die Friesche nuf opbeuren, die eergisteravond zooveel spels maakte en nu te kijken staat als een boerenmeid, die haar eieren over den weg heeft laten vallen." Ottilia volgde dezen raad, of liever, de inspraak van haar medelijdend hart.