United States or Armenia ? Vote for the TOP Country of the Week !


De bruine knopjes der iepeboomen waren dik en glanzig, en luidruchtige musschen fladderden tusschen de takjes. Het werd Johannes zoo zonderling te moede, terwijl hij staarde. De zonneschijn bracht hem in een zoete verdooving. Er was vergetelheid en dadelijke weelde in. Droomend staarde hij op de schittering der golfjes, op de zwellende iepeknopjes, en hij luisterde naar het tjilpen der musschen.

Eene groot-menschelijke schoonheid lag droomend om 't gelaat van de moeder: rijzekens ingevallen waren hare wangen en een kleine diepte blauwde onder de slapen, maar sierlijk was de vorm van haar gansche wezen. De effene blankheid van haar voorhoofd straalde hevig onder de warme verve van heur vaste haar en een klaarte omlijnde de regelmatige buiging van haar neuze.

Terwijl ik zoo dommelde, half wakend, half droomend, werd mijne aandacht gewekt door een zwakken kreet, die mij uit de verte tegenklonk, en na eenige oogenblikken door een tweeden gevolgd werd. Het geluid kwam niet uit ons kamp, waar alles nog in diepe rust gedompeld was. Maar vanwaar kwam het dan?

Dit is gelukkig én triestig, het voelen en weten der menschen rondom, één hoog, twéé hoog, allen slapend, allen opgehoopt tusschen vier muren, allen met eigen, ander, onvatbaar, vreemd leven, allen verborgen in den rouwsluier van nacht, allen in de doode, zwarte rompen der huizen, allen levend in de levenloosheid, allen met een thuis, allen met een klein apart geluk, allen droomend hun droomen, allen onzichtbaar in het donker zooals ik, levend in het donker, zooals ik.

Het roode schijnsel deed het vergulde loofwerk van den schoorsteen helder uitkomen en de oogen van den jongen man volgden droomend de kronkelingen van den eiken slinger, die onder de kroonlijst van den schoorsteen heenliep, en in het midden een omkranst schild vormde, waarop de spreuk: "Wanhoop nooit aan God! Dan is geluk uw lot;" een kernspreuk uit oude, lang vervlogen tijden.

Voor zoo menige dichter-jeugd, gelijk voor elke menschheid in dien verbeelding-rijksten harer tijden, als de nog teere ziel, instinctief voor het harde licht bevreesd, naar schemer neigt, en al droomend, zich den niet-droom poogt bewust te maken, rijst het verleden als een geheimende nachtstad op.

Een zacht woord maakt u blijde, maar ook een hard woord maakt u diep ongelukkig. Wanneer u iets onaangenaams wedervaart, loopt gij er dagen lang mede in het hoofd, en, droomend, overdrijft gij alles. Van deze gewoonte moet gij u ontdoen, en u bestand maken tegen de schijnbare ruwheid uwer gezellen en oversten.

Zij waren aanwezig toen de eerste spade in den grond gestoken werd, volgden het uitgraven, het metselen der grondvesten, zagen de villa optrekken met jammerlijke traagheid, steen na steen. In den natten herfst keerden zij peinzend terug, droomend van het schoone buitenleven. Vele avonden brachten zij zoek om een naam te vinden voor het landhuisje.

De zeebries hield op met blazen, eene zachte koelte bewoog de takken. André luisterde niet naar wat er in zijne nabijheid gesproken werd, hij had alleen ooren voor de mooie natuur, voor den heerlijken namiddag. En dan dwaalden zijne gedachten naar elders. Plotseling had hij al droomend eene reize gemaakt tot aan de Pyrenaeën....

Ze zaten en lutten alletwee zwijgend nu, aan hunne pijp en keken droomend rond op de menschen die luide en gemeenstig koutten, loechen onder malkaar en den sterken tababsdamp met volle kuilen rondbliezen. De stoof ronkte deugdelijk en de rook hing als een zware mist, al die staande of zittende menschen omwonden.