United States or Bangladesh ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Goeden morgen, lieve Joan!" riep zij, zoo ras zij hem ontwaard had: "zie eens! terwijl gij bij Dominee waart, heb ik uw vischnetje afgemaasd: nu zullen de snoeken er niet meer doorheenspringen, zooals laatst. Maar wat scheelt er aan? heb je gehuild? uw oogen zijn zoo rood als vuur."

Oho; is hij 't misschien die...? REGINE. Er uit, en maak dat je wegkomt! Je bent niet goed snik mensch! Neen, niet dien kant. Daar komt dominee Manders aan. Gauw de keukentrap af! Ja, ja, ik ga al. Maar praat eens met hem die daar aankomt. Hij is de man die je zeggen zal wat een kind zijn vader verschuldigd is. Want ik ben toch je vader, zie je, dat kan ik bewijzen uit je geboorteakte.

En hij was reeds bezig twaalf af te trekken van vijftig en benieuwd wat de dominee zou zeggen over een meerderheid van acht en dertig. «Tellen de Zondagen mee bij uw verlof?" vroeg de dominee. De jonge man gaf toe, dat dit niet zoo was en zoodoende werd het getal twaalf veranderd in veertien, maar dat maakte niet veel verschil.

Ze had zelfs wel thuis mogen komen, maar.... zonder 't kind. Altijd die schande voor oogen, dat wilde hij niet. Daarom had hij ook dadelijk voor ouderling bedankt. De dominee was nog bij hem geweest en had getracht hem tot aanblijven te bewegen, maar Jaap was onverzettelijk geweest. Een ouderling moest iemand zijn, die zijn huis wèl wist te regeeren, dat wist dominee toch ook wel.

En terwijl de zieke haar onafgebroken lag aan te zien, alsof ze blij was 't nog eens te hooren, ging de zuster voort met vertellen. De dominee had Geertje een dom meisje genoemd. Hij had haar vergeleken met iemand, die, achteruitloopende, op 't punt stond in een donkere, diepe gracht te vallen.

De dominee? Ja wel, die woont hier links in dat mooie huis; een braaf man, die, naar men zegt: "zeer wijs geleerd in de boeken" is, en het onvervalschte manna toedient. Maar, de man moet erg bijziende zijn, en ter goeder trouw dikwijls knollen voor citroenen hebben gekocht.

"Dat ik niet hooren mag," zeide zij spijtig: "nu 't is goed, Dominee! ik ga al: neem maar niet kwalijk, dat ik dit kostelijk vertrek door mijn tegenwoordigheid verontheiligd heb. 't Zal wel voor 't eerst en 't laatst zijn; doch zoo gij denkt, dat het u wel bekomen zal, mij buiten alles te houden, hebt gij het mis."

Want dan had hij veel kans, dat hij opgemerkt zou worden, en hij twijfelde er niet aan, of den tweeden keer zou hij er niet zoo gemakkelijk afkomen als den eersten. »Verbeeld je eenszei hij later tegen me, »dat de dominee mij voor straf den geheelen honderdnegentienden psalm had laten uitschrijven. Dat zou me eene geschiedenis geweest zijn acht en tachtig verzen

Maar de Coksejaansche dominee en zijn fijne vriend hadden wel een bebloeden kop en een bedorven pak kleeren verdiend! De koning zelf gaf hun immers het huis vol artilleristen; dat waren ook geen jongejuffrouwen met handschoentjes aan! En nu kwam er niemand! De kerel was zeker bang geworden en had eieren voor z'n geld gekozen! Zoo leeren ze het af!

Zijn gelaat was hoogrood gekleurd en hij maakte ontzaglijk veel leven. Blijkbaar was hij zoowel den dominee als alle kerkgangers vergeten. »Ssst! Ssstfluisterde ik hem toe, met mijn vingers tegen den mond. »Jan, ga mee! Dorus, jij ookzei hij gejaagd. »Ik heb het geld gevonden van den diefstal, al het geldIn een oogwenk stonden wij naast hem, en Jan werd doodsbleek. »Het geld!