United States or Kosovo ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ze was bang voor dien rooden dikken man, die zoo raar deed, bang voor Tony, die daar zoo stil lag en ze greep ineens den grooten kop van Désiré en drukte zich vast tegen hem aan. Ze voelde, dat hij haar beschermen zou. "Toe kindje," hijgde de man, "ga toch, daar is een huis. Haal gauw hulp of het is te laat. Ik kan je broertje alleen niet helpen. Ga, gauw."

Onzen Eersten Kerstdag brachten wij door in Plymouth; den tweeden in de St.-Maartens-Kreek bij Kaap Hoorn; den derden te Port Desiré in Patagonië; den vierden voor anker in eene afgelegen haven van het schiereiland Tres Montes; den vijfden hier; en zoo de Voorzienigheid wil, zal de volgende in Engeland zijn.

"Mag ik hem niet losmaken," vroeg Tony weer. "Nee hoor, dan heb ik niets geen pret" en Tony gaf het dwingelandje haar zin. Was het wonder, dat Tony wel eens alleen met zijn hond uitwipte. "Waar is Tony, Moesje?" vroeg zusje. "Uit," zei moeder, "naar de wei met Désiré." ", Moesje, mocht ik dan niet mee?" "Maar je wil immers nooit, dat Désiré los is.

"Had jij hem niet in de kamer gelaten. Hij mag mijn pop niet opeten." "Jij mag hem niet slaan." "'t Is een naar beest, ik houd niet van hem," snikte zus nu en liep weg, om haar troost bij moeder te zoeken. "Moe, Tony is kwaad, omdat ik Désiré heb geslagen, en hij had toch Lijsje verscheurd. Tony is niks aardig en Désiré is een nare hond."

Als hij er niet was geweest, brr! wie weet wat die leelijke man gedaan zou hebben." "Kom hier" en ze nam zus in den eenen arm, knielde neer nam den kop van Désiré in den anderen en liet het kind den hond aaien, om hem te bedanken voor zijn trouwe hulp. Hij besnuffelde haar aan alle kanten, alsof hij onderzoeken wilde, of haar niets kwaads was overkomen.

Met vader en moeder gingen de kinderen en de hond naar Siem den zwemmer, om hem een cadeautje te brengen en naar Anneke en Teunis en Jacob, om ook hen te bedanken. Iedereen in het dorp sprak over Désiré en hij werd overal nagewezen: Dat is die hond.

Moeder vertelde het beneden aan Tony en vader, maar niemand sprak er meer over later. Gelukkig werd de poot gauw weer beter en kon Désiré weer heel gauw draven en springen als vroeger. Zus keek niet naar hem om, deed hem niets, maar ging hem een beetje uit den weg en vond het nog steeds niet prettig, als hij mee uit ging.

Soms was hij zoo woest, dat hij zus haast omver liep, of telkens tegen haar op sprong en zijn voorpooten op hare schouders zette. Dan was ze bang voor zijn grooten kop, ofschoon hij nooit kwaad deed. "Toe laat Désiré nu maar en speel liever met mij," vleide ze eens, dat ze weer in het bosch waren op een Woensdag middag. "Ik speel toch immers met je," zei Tony.

Tony hield Désiré vast en zus zou hem heusch doopen, maar moeder kwam juist met een stuk worst, dat hij in één hap verslond. Toen bracht moeder beschuiten met muisjes voor de kinderen en kopjes chocolade en boterhammen en toen werd er op de gezondheid van den baas en zijn hond lekker gegeten en gedronken.

Toen op moeder af, die hij half smoorde onder zijn onstuimige kussen. Daarna draaide hij zus met stoel en al in de rondte en deed toen eenige luchtsprongen, om zijn vreugde uit te juichen. Voordat hij heenging moest hij even Désiré goeden dag zeggen. Het dier berook hem aan alle kanten, doch schonk hem verder geen aandacht meer en ging door met het besnuffelen van muren en hekken en van den grond.