Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !


Eindelijk overeind! En dan was het Zondag! pardoes weer onder de dekens! Zou iemand wel ooit vergeten, hoe zalig dat was? Er was allang sprake geweest van een fabriek, die in de buurt van de stad zou gebouwd worden. Het heette, dat het een filiaal zou zijn van een groote Engelsche zaak in kunstmeststoffen.

Hij stond te sidderen te midden van zijne eigen ledigheid. Ja, stotterde hij eindelijk, o ja.... Hij wankte. Hij viel op zijne knieën. Een harde snik schokte uit zijn borst en hij lag daar tegen het bed, met den kop in de dekens, luidop te schreien. De kamer was niet gestoord.

"Ik zal niet wenen, dit waar een grove zonde. Dankbaar ben ik de Heer om zoveel troost, en ik zal door geduld en gebeden mijn geluk voor hem verdienen. Ga, mijn vader, geef mij nog een zoen en dat de Engelen des hemels u op uw reis vergezellen!" "Dekens," sprak Robrecht, "ik geef u het bevel over de mannen van Brugge. Meester Deconinck zij over allen Veldheer.

Heel in de vroegte ging ik met mijne dekens naar de haven, waar de buitgemaakte vloot lag, nam een van de oorlogsschepen, legde mijne kleeren en de dekens daarop, en waadde en zwom, het schip aan een touw achter mij medetrekkend, naar Blefusku.

Adolf van Nieuwland bevond zich aan de rechterzijde van de jonge Graaf en sprak gemeenzaam met hem. In het midden van de afstand, die tussen de Dekens en de ridders was, stond de bode van Kortrijk. Zodra iedereen op zijn behoorlijke plaats was, beval Gwyde de bode dat hij zijn boodschap voor de Dekens zou herhalen.

Op hunne vaandels prijken hamers, bijlen, truweelen, schietspoelen; geen ijzer beschut hunne borst; hun lichaam is slechts bedekt met de gewone kleederen des arbeids.... En toch, op het sein der dekens, op de stem van Breydel en De Coninck trekken zij juichend naar Kortrijks veld ... en stormen met blinden moed, als een losgebroken orkaan, tegen den overmachtigen vijand in....

Het bange zwijgen der menigte loste zich nu in een gejuich van vele duizenden op, maar huiverig kroop ik in mijne kleeren en vloog zonder den dank van den keizer en van de keizerin af te wachten naar huis en kroop weer onder de dekens. De dank van den keizer en de keizerin was echter zeer zonderling.

Langzaam, telkens met dat beverig-koue gevoel in z'n haren, alsof iemand d'r langzaam over streek, stak-ie de lamp weer aan, trok de dekens over het hoofd en ging weer tellen... Een... twee... drie... vier... vijf... zes... zeven... acht... negen.... tien... ellef...

Geen van beiden sprak een enkel woord, maar ze omhelsden elkander innig, in spijt van al de dekens, en alles werd met een hartelijken kus vergeven en vergeten. "Dat treft nu heusch al zoo gelukkig mogelijk, dat die kinderen juist nu de mazelen krijgen," zei Meta op zekeren dag in April, terwijl ze, omringd door haar zusjes, in haar kamer een koffer stond te pakken.

"Mijn vriend," riep hij, "gij hebt mij meermalen gered, maar dan gaaft gij mij alleenlijk het leven: nu krijg ik door u geluk en vreugde weder. Zeg mij toch spoedig hoe wij deze wraak zullen bewerken opdat ik niet meer twijfele." "Heb een ogenblik geduld, gij zult het gaan horen; dit ontwerp moet ik voor al de Dekens ontvouwen. Ik zal hen doen roepen."