United States or Libya ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ik had 10 dagen noodig om mij twee roeispanen te maken en toen stuurde ik mijn boot in de haven van Blefusku, maar ik deed dit heel voorzichtig want anders zou door den zwaren golfslag, die mijn boot al varend te weeg bracht, deze te veel schommeling veroorzaken, wat natuurlijk voor die miniatuur-scheepjes, die in de haven lagen nadeelig zou zijn geweest.

Hij wilde Blefusku tot eene provincie van Liliput maken onder heerschappij van eenen onderkoning en dan alle dik-eiïgen wijd en zijd uitroeien, of ze dwingen hunne eieren voortaan aan het dunne einde open te maken. Dan eerst zou hij, naar hij meende, in het oog van ieder de eenige monarch der aarde en de alleenheerscher der wereld zijn.

U zult ook wel bemerkt hebben dat een van zijne hakken wat hooger is dan de andere, waardoor hij een beetje mank loopt. Dit alles verontrust natuurlijk Zijne Majesteit en om zijne zorgen nog te vergrooten, bedreigen ons de bewoners van het eiland Blefusku met eenen inval in ons land. Blefusku is het andere groote keizerrijk van de wereld en is bijna even groot en machtig als het onze."

De gezanten van Blefusku hadden ondervonden, dat ik herhaaldelijk te hunner gunste had gesproken en toen nu hunne politieke aangelegenheden geëindigd waren, lieten zij mij vragen of hun bezoek mij aangenaam zou zijn. Ik dacht wel bij mijzelf, dat ik door dit bezoek mijnen vijanden voedsel zou geven voor hun haat tegen mij, maar ik antwoordde toch, dat het mij aangenaam zou zijn.

Natuurlijk verzweeg de bode wijselijk dit gedeelte van de aanklacht, dat over mijne vriendelijkheden tegenover Blefusku handelde en over mijne weigering Blefusku te vernietigen en alle dik-eiïgen te dooden. De afgezant van Liliput verklaarde, dat ik, wanneer ik niet binnen twee dagen zou terugkeeren den titel van "Nardak" zou verliezen en tot hoog- en landverrader zou worden verklaard.

De verheven heerscher van Liliput hoopte en verwachtte in het belang van het in standhouden van den vrede en uithoofde van de uitstekende betrekkingen van de beide innig-bevriende mogendheden, dat zijn verheven, en hem goed gezinde broeder, de keizer van Blefusku, den staatsmisdadiger aan handen en voeten gebonden, zonder verwijl zou uitleveren.

Deze verhalen waren van mond tot mond gegaan, en daarom was de verbazing niet zoo groot als destijds in Liliput. Ja, een aanzienlijke Blefuskunees, die vloeiend Liliputsch sprak zei zelfs: "Ik had mij u veèl grooter voorgesteld!" Hij en nog een andere heer hadden de vriendelijkheid mij den weg naar de hoofdstad te wijzen. Deze hoofdstad heet, even als het geheele eiland, Blefusku.

Hij vervolgde nu: "De naar Blefusku gevluchte dik-eiïgen, hebben nu de menschen daar zóó lang opgestookt en bij hunne partijgenooten hier in het land zóóveel steun gevonden, dat de beide staten sedert 36 maanden een verbitterden oorlog voeren. Dan eens is de overwinning aan onze zijde en dan weer aan de hunne. Het kostte ons reeds 40 groote schepen en 30.000 dappere zeelieden en soldaten.

Er kwamen nu zes gezanten uit Blefusku met groote praal en met een gevolg van vijfhonderd personen om vredesonderhandelingen aan te knoopen. Er werd dan ook inderdaad vrede gesloten en wel onder voorwaarden, die voor onzen keizer en zijn land zeer voordeelig waren, al kon Zijne Majesteit ook niet alles wat hij wilde, doorzetten.

Dat keizerrijk Blefusku is onze grimmigste vijand; reeds zes en dertig maanden woedt er een bloedige oorlog tusschen hen en ons. De aanleiding tot dezen oorlog was het volgende: Het is algemeen bekend, dat men oorspronkelijk wanneer men een ei wilde eten het aan het dikste einde openmaakte.