Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 22 juni 2025


Zoo min men in den zomer door de sneeuw kan waden En 't nacht kan wezen in den dageschijn ..., Zoo min moogt gij gebruik en wet versmaden En mag deez' vrouw thans vrijgesproken zijn. Als 't sneeuwde in dezen heerlijken zonne-zomerdag als de nacht onmiddellijk mocht volgen op dit verblindend licht zou hij in de onschuld der vrouw gelooven. Hij had uitgesproken.

Maar 't Licht, 't Gezicht der Blinden, die 't al sticht, Bekleedt met vreed' een spruit wiens TROUW MOET BLIJKEN , Wiens plicht opricht elks Heil, met Liefdes schicht, Bestreed het wreed' geslacht, 's vijands praktijken: D' Ootmoed hem voedt, in Davids stad onrustig: Een kroon, zeer schoon, hij biedt, van God gewracht: Doet boet, met spoed, voor deez' Ziel-Rust wellustig: Gods Zoon, tot loon, 't Leven uit Sion bracht.

Deez' man, met takkenbos, lantaarn en hond, Stelt voor den maneschijn; want, zonder schromen, Bij maneschijn, aan Ninus' graf, daar vond Het paar gelegenheid om saam te komen.

Nu! kijk maar niet zwart: zij zijn samen opgebracht: daar steekt geen kwaad in." Mom glimlachte weder; doch deze reis was zijn lach gemaakt, en zich buigende, begaf hij zich naar het slot. Ulrica, de eer en 't leven van deez' boorden. Juffr. Koolaert.

O, moog' het mij gegeven zijn, dat 'k met dit scherpe staal De tong u snijde uit den mond, en stoppe uw leugentaal!« »Genoegzoo riep de Koning uit; »deez' twist wordt niet beslecht Met woorden in het Parlement, maar met een zwaardgevechtNauwelijks was het tumult door het optreden van den Koning eenigszins bedwongen, of twee ridders traden de rechtszaal binnen.

Heel in de diepte van den lichten lentenacht vol zoete geuren, ergens langs een verlaten steenweg, ratelde nog, met overdreven groot geluid, een late kar voorbij. O! en dat da nou in Parijs om deez' ure, de volle volte van 't plezier en 't leven es!" zei Leontientje op gedempten toon en met als 't ware een zweem van spijt. Overal lichten, en voituren en scheune toiletten.

Wat baatten ons deez' winst? wanneer wij namaals 't lot En 't allerhoogste goed, den hemel, moesten derven?

De Poema del Cid eindigt echter even plotseling als zij begon: Zoo kwamen bei zijn dochters dus tot groote eer en macht, En op den troon van Spanje zit zijn roemrijk nageslacht. Steeds grooter werd zijn eedle naam, roemruchtiger zijn zwaard, Tot op een schoonen Pinksterdag hij scheidde van deez' aard.

Wilt uit deez' steen en kalk en leem verstaan, Dat ik die muur ben, twijfel daar niet aan; En rechts en links toon ik u hier de spleet, Die van 't gefluister der gelieven weet." THESEUS. Wie vergt, dat leem en kalk nog beter spreken? DEMETRIUS. Het is de geestigste scheidsmuur, dien ik nog ooit heb hooren redeneeren, Heer! THESEUS. Pyramus komt daar op den muur af; stilte!

"Voorwaarts, priester, en houd u stil," zei de schutter, "het ware beter, dat gij den weg weest naar de vergaderplaats, dan dat gij zegt, wat zoowel uit betamelijkheid als voorzichtigheid, verzwegen moest blijven!" Helaas! hoe menig uur en jaar vervloog Sinds aan deez' disch een mensch'lijk wezen zat, En op zijn vlak het lamp- of kaarslicht gloorde!

Woord Van De Dag

zelenika

Anderen Op Zoek