Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 16 juni 2025


Dakerlia sloeg zich de handen voor de oogen en begon te weenen. "Maar, mijne lieve Dakerlia, waarom zulke bittere tranen te storten?" zeide Robrecht. "Uw heer vader zal niet strijden. Ik neem zijne plaats in en zal kampen tegen zijnen vijand. Ik ben jong en sterk." "Gij, Robrecht, gij vechten in den krijt!" riep Dakerlia met nog meerdere verschriktheid.

Het hoofd zal ik u klooven, vervloekte duivel, geboren tot ramp en schand van uw geslacht!" Hij was zoodanig door woede vervoerd, dat hij eenigen zijner gezellen overhoop smeet, zelfs Dakerlia met geweld terugdreef en bulderend vooruit liep naar Burchard die, met het zwaard in de vuist en eenen spotlach op de lippen, hem verwachtte.

"Heeft hij u dit gezegd?" kreet Dakerlia met eene vonk van blijdschap in de oogen. "Neen, duidelijk heeft hij het mij niet gezegd. Hij is ook voor deze zaak zoo achterhoudend, zoo stilzwijgend met mij! Ik heb reeds eens eenen geheelen nacht in stilte geweend, omdat ik meende zijn broederlijk vertrouwen te hebben verloren.

"Gave God dat het zoo ware!... Maar versmachten wij den wreeden worm die daar binnen knaagt.... Dakerlia, het lot heeft mij begunstigd: wij zijn alleen. Ik wil u mijne bekentenis herhalen, al dreigde mij daarom de dood zelf.

Wees welkom.... Ik hoopte evenwel dat gij nog meer dan eene maand te Veurne zoudt gebleven zijn." De jonkvrouw staarde hem verwonderd aan. "Zulke wensch schijnt u onbegrijpelijk, niet waar, Dakerlia? Ach, er gaat hier iets gebeuren dat mij verschrikt en doet lijden. Mijn verdriet kan u slechts bedroeven. Ik ga trouwen, Dakerlia!" Een smartkreet ontsnapte jonkver Wulf.

De Kerels hebben vele vijanden die kwaad van hen spreken; maar geloof mij, Witta, de lieden van Kerlingaland denken aan God bij al wat zij doen." "Welnu, ga voort, Dakerlia. Was de begrafenis uwer moei prachtig?" "Prachtig, zooals wij het verstaan, neen; maar er was groote toeloop van volk.

Hij lachte de jongelieden toe en deed hun teeken dat zij zouden blijven zitten; maar Dakerlia liep tot hem, leidde hem bij de tafel en toonde hem met blijden hoogmoed de gulden reliquiekas, de nieuwe prachtige gift van den proost van St-Donaas. Na het schoone kunstwerk te hebben bewonderd, zeide mher Wulf: "De heer graaf houdt heden open hof.

Maar Dakerlia staarde hem aan en zeide: "Heer vader, gij zijt ontsteld; u is iets onaangenaams geschied." "Iets onaangenaams? Wie heeft u dit gezegd?" mompelde Segher Wulf verwonderd. "Mijn hart beeft; ik zie het in den grond uwer oogen, vader." "Welnu, ja, mijne lieve Dakerlia.

Hij hief het hoofd op en zag met verrassing Dakerlia en Witta aan zijne zijde staan. Hij sprak met hen door treurige blikken en stomme gebaren, want, om de stilte niet te storen, durfde niemand hunner iets zeggen. Robrecht trok twee stoelen bij, en Dakerlia en zijne zuster knielden nevens hem met saamgevoegde handen.

Zoo vroolijk koutende en dankbaar juichende over de onverwachte verbetering van den toestand des zieken ridders, wandelden zij eenige malen rondom de Markt, totdat Dakerlia, ondanks het aandringen van Robrecht, huiswaarts wilde keeren.

Woord Van De Dag

zelenika

Anderen Op Zoek