Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 29 juni 2025
Eenige dagen te voren was de colonne van kapitein Schultz, die vanuit de Van Gelder-rivier om de Z.W. het land binnendrong, door Papoea's overvallen, waarbij een Dajak gedood en een fuselier gewond was. Kapitein Oppermann was met een colonne, waarbij den dokter, ter assistentie vertrokken.
»En tòch moet er in 't Noorden een weg zijn; anders is het onmogelijk, dat de Sibaoe's daar langs komen," zei Kees gemelijk. »Er is geen weg, heer," zei de oude Dajak. »Ik zelf ben daar wel geweest om te jagen; maar overal stuit men op ontoegankelijke bergwanden." »En de toegangsweg naar het Oosten?" vroeg Kees gejaagd.
»Zouden de Kenjaoe's gaarne zien, dat ik een paar dagen bleef?" informeerde Kees vriendelijk. »Ja, heer. Zij vinden, dat u niet alleen de gevaren, maar ook de vreugde met ons moet deelen." »Nu dan, het is goed! Ik zal nog eenige dagen in Tapang blijven om de feesten te zien." »Dat is goed gesproken, heer!" Verheugd verwijderde de Dajak zich, om de heuglijke tijding aan de anderen mede te deelen.
»Wil hij meegaan?" riep Marti verbaasd uit. »Wat moet die Maleier bij de Sibaoe's doen? Is hij niet bang om gesneld te worden?" »Blijkbaar niet! Hij verkoopt amuletten voor onkwetsbaarheid. Misschien is hij zelf ook wel onkwetsbaar," lachte Kees spottend. »Zulke amuletten bestaan er, heer," zei Marti ernstig, »als men de goede maar heeft." »Komt de Dajak weer boven, Marti?"
Tot groot genoegen van Kees kwam ook Petinggi Datoek met een gevangene bij hem. »In het huis ligt er nog een vastgebonden, heer!" zei de Dajak, zeer voldaan, dat hij nu woord had kunnen houden. Kees prees hem en vervolgde: »Mooi, nu heb ik er drie!" »Misschien kunt u van deze mannen alles vernemen, wat u weten wilt." »Ik hoop het.
Nu ben ik weer terug in dit land en ik wilde gaarne mijn oorspronkelijk plan uitvoeren. Maar ik weet hier den weg niet. Ook wil ik berichten inwinnen omtrent den Maleier Amat, die mij verraden heeft, zooals je weet." »Hij moet zijn straf hebben!" riep de Dajak. »Juist! Maar daartoe is noodig, dat ik een paar Sibaoe's kan ondervragen. Die alleen kunnen mij helpen." »Dat begrijp ik, heer!
Een ander wapen van den Dajak is mij verteld te zijn de lange blaaspijp met korte vergiftigde pijlen; hiervan was niets meegenomen. Doch het is zeker, dat de Dajaks zeer bang voor pijlen waren en zij waren nog niet lang bij ons of een opgewekte schildenindustrie was in vollen gang.
Daar klonk de stem van den Dajak, maar nu van achter de vooruitstekende rotsen: »Het gat loopt verder door. Laat nog een paar mannen hier komen! Ik durf alleen niet verder gaan!" Kees besloot zichzelf op de hoogte te stellen. Hij klom naar boven, gevolgd door een der Dajaks, die inkepingen in het hout maakte om het klimmen voor de anderen gemakkelijker te maken.
»Ja, heer," zei de Dajak en verwijderde zich. Kees zocht Marti op en deelde hem zijn voornemen mede. Eenige oogenblikken later verscheen ook Amat en zeide: »Ik hoor dat u verder gaat, heer. Vindt u goed, dat ik hier blijf? Ik verkoop hier veel amuletten en wilde nog wel eenige dagen in dit dorp blijven. Wanneer komt u terug?
»Laat het genoeg zijn, Petinggi!" zei Kees, lichtelijk verstoord. Alsof hij dat niet bemerkte, vervolgde de Dajak: »Wij, Dajaks, dragen geen diamanten. Die brengen altijd ongeluk. Ons volksgeloof zegt, dat het gestolde tranen zijn van een godin, die heel lang geleden op aarde leefde, en die, volgens de verhalen, veel verdriet heeft gehad."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek