Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 29 juni 2025


En zoo viel een dikke boom in een half uur; zoodanig was hun uithoudingsvermogen, dat ik van een Dajak 180 slagen telde, voor hij "het bijltje er bij neerlei." Merkwaardig is de groote juistheid, waarmee de Dajaks een boom laten vallen in de gewenschte richting.

Zij moesten er het hunne van hebben en weldra klonken allerlei uitroepen van schrik, angst en verbazing door de lucht. »Vooruit!" riep Kees, »wijs ons liever den weg. Met oudewijvenpraatjes komen we niet verder." »Het zijn geen praatjes, heer!" verdedigde zich de Dajak. »Welzeker zijn het praatjes! De Kenjaoe's zijn oude vrouwen, die gelooven, dat menschen in vogels kunnen veranderen."

Eens kwamen eenige Dajaks mij vertellen, dat een Majas den vorigen dag een van hunne kameraads bijna gedood had. Eenige mijlen stroomafwaarts staat aan den oever het huis van een Dajak; de bewoners zagen een grooten Orang-Oetan, die zich aan de jonge spruiten van een palm aan den waterkant te goed deed.

Tot nu toe hebt u ons altijd goeden raad gegeven." »Ik raad aan, nu tevreden te zijn met den behaalden buit. Stel niet alles in de waagschaal door den tocht nog verder uit te strekken." »We kunnen nu nog gemakkelijk en ongehinderd naar het gebergte terugkeeren," zei de Dajak langzaam en nadenkend. »Juist, het is nu nog tijd." »En wat doet u dan, heer?"

»U moet niet vergeten, dat de Sibaoe's altijd gewoon waren, onze dorpen op deze manier uit te moorden! We hebben dus geen enkele reden, hen te sparen. En bovendien: koppen zijn koppen, heer. Of ze van vrouwen, kinderen of mannen zijn, dat doet er niet toe. De antoe's zijn er tevreden mee en aan de bloedwraak is voldaan," antwoordde de Dajak. Kees kon er niet veel tegen in brengen.

Marti was zijn heer op eenigen afstand gevolgd en zag nu, hoe zich tusschen Kees en den Dajak een druk gesprek ontspon. Van het gesprokene kon hij door den afstand niets verstaan. Wel zag hij Kees druk gesticuleeren. Hij zag ook, hoe de Dajak dan weer krachtig met het hoofd schudde. Toch hield Kees vol. Eindelijk was het merkbaar, dat Petinggi zich gewonnen gaf.

Kees was blij, dat hij den Dajak zoo gemakkelijk had kunnen bepraten. Korten tijd later keerde deze terug. »We hebben alles overwogen, heer, en de meeste mannen geven er de voorkeur aan, terug te keeren." »Dat is verstandig, Petinggi! Maar zijn er nu ook een tiental mannen tot mijn beschikking?" »Zeker, heer! Er zijn zelfs veel meer, die met u mee willen.

»Zeker, heer, het is een zijrivier van de Soengei Pejang, die weer een tak is van de Soengei Sibaoe." »Nu, daar wil ik heen; zoek een man, die mij daar heen kan brengen," vervolgde Kees, die moeite had zijn vreugde niet te laten blijken. De Dajak kuchte weer. Hij scheen iets te willen zeggen, doch wachtte af. »Wat is er, Senawa? Je hebt nog iets te vragen."

Het is een mandje van fijn gevlochten dunnen rottanvezel van diverse kleuren, zoodanig, dat er weer onderscheidene motieven in zijn geweven. Het wordt op den rug gedragen aan twee draagkoorden, die over den borst en weer naar achteren loopen; zooals een soldaat zijn ransel draagt. Iedere Dajak heeft ook zijn eigen pagaai of dajong.

De Dajak schrok en riep beschaamd uit: »Neen, heer! Dat hebben we vergeten. U moet niet denken, dat de Kenjaoe's ondankbaar zijn; doch het genot, eindelijk eens wraak te kunnen nemen, doet ons alles vergeten." »Dus krijg ik geen gevangenen?" vroeg Kees scherp. »Den volgenden keer zult u ze hebben! Ik sta er voor in, heer!" »Ik moet het eerst zien, voor ik het geloof, Petinggi!"

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek