United States or Zimbabwe ? Vote for the TOP Country of the Week !


Of hij nog steeds aan haar dacht, en dagelijks hare beeldtenis bezag, gelijk zij de zijne?

Komaan, laat eens zien, of je goed boodschappen doen kunt!" "Als ik geld verdienen kan, dan geeft vader er niet om waar ik loop," dacht Willem en stapte den weg op naar den tol. Toch had hij er niet veel lust in; want na dien Zondag had hij mijnheer Balsem maar tweemaal gezien en ongelukkig beide keeren, dat hij bezig was met kwaaddoen.

Toen nam hij een besluit, waartoe slechts zeldzaam idealisme in staat is: hij besloot zijn leven op een nieuwen basis te stellen. En wat nog zeldzamer is, hij zette het door. Hij begon met aan Francueil te schrijven dat hij zijn kassierschap neerlegde: een groote dwaasheid natuurlijk in de oogen der menschen; Francueil dacht dat hij ijlde of waanzinnig geworden was. Hoe zou hij nu leven?

Het jonge meisje had klaarblijkelijk de woorden nog niet gelezen; dan had zij hem deze vernedering bespaard; hij dacht aan het versleten kleedje, dat zij heden en gister droeg, en hoe zij zich over een nieuw verheugd zou hebben. Een nieuw kleed voor vijf daalders!

Een tusschenpoos van nauwlijks een seconde was er tusschen den slag en den bliksem verloopen. Het Stoomhuis trilde er van en werd als van den grond opgelicht. Ik dacht niet anders of de trein zou omvervallen.

Maar in dien nevel dreunden hamerslagen, eenige arbeiders waren bezig een grooten steenen ridder los te breken, die in een der vensternissen lag. "Mijn God," zei donna Elisa en vouwde haar handen, "ze breken Sor Arrigo los." En zij dacht er aan, hoe veilig hij altijd in zijn nis gelegen had.

Uit de spleten en gaten wuiven groene beukentwijgen, en boven de dreigende rotsmassa's wiegelt de sierlijke varen. Laat u, door het ongenaakbare voorkomen der rots, niet van eene bestijging afhouden: het gaat gemakkelijker dan gij dacht.

Maar weet je wel waar jij veel op gelijkt?" "Neen, weet jij dat?" "Jawel, je gelijkt precies op een, die altijd ontevreden is! Schort er wat aan?" "Ja, Adriaan, er schort wat aan en dat ik ontevreden ben, dat is waar!" "Zoo," zegt de Smeerdieker met een langgerekten uithaal, "zoo, ik docht ik dat er bie joe niks kon besannen!" "Zoo, Gerrit, dacht je dat? Nou, maar dan heb je 't mis, hoor!"

Toch nam zij het karton aan, bezag het even, de wenkbrauwen gefronsd, ontevreden. Wat een idée, dacht ze. Waartoe? Wat beteekende dit? Maar ze vond het onnoodig onbeleefd te zijn en belet te geven. Hij was toch een vriend van Dolf. Maar zooveel indringerigheid ... Laat meneer bovenkomen, liet zij koel van haar lippen vallen.

Ze dacht er juist over, of alles al was afgeloopen in den tuin. De kool zou nog wel buiten staan. En zou de hop al geplukt zijn en de appels geschud? Dat kon wel, als ze het thuis niet te druk hadden. Want het liep tegen de herfstmarkt. En tegen den markttijd moest het overal schoon en netjes zijn. Dat was een feest, vooral in de oogen van de dienstboden.