United States or Norfolk Island ? Vote for the TOP Country of the Week !


Eene enkele armelijke planken hut is alles, wat wij kunnen ontdekken; in een klein weiland staan eenige mannen bij een soort van dijkje; een jeugdige knaap ligt achteloos uitgestrekt in een broze schuit, die met de deining der stoomboot op en neder wiegelt; maar niemand schijnt hier te wonen; de mannen en de knaap zijn van een naburig dorp gekomen.

Terwijl het schip zijn lange, gladde, schuins wegglanzende vorens trekt over de klare zee, waar de weerspiegeling van de hooge stapelwolken langs de kim blank door blauw brekend op en neer wiegelt, zwemt het door een geheelen zwerm heuvelige tot van den zoom van de zee toe groen overlooverde eiland-dorpen heen.

Maar de kringen worden hoe langer hoe kleiner, totdat de reusachtige spiraallijn haar toppunt bereikt heeft en hij daar in de lucht hangt, met rustigen, vlammenden blik Jesaja's koninklijk gebied overziet, als een kolibrietje dat zich wiegelt boven den grooten bloemkelk der aarde.

Als onze geest de teêre vleugels wiegelt, En worstlend naar een Hooger Schoonheid smacht, Als in zijn blik een Tooverwaereld spiegelt, Een Lustwarand, waaruit de vrede lacht, Dan zou hij gaarne, in namelooze weelde, Verwerklijken wat zich zijn wensch verbeeldde.

De kronen der palmen spiegelen zich in den Nijl, en daartusschen wiegelt het beeld der maan gelijk een witte zwaan." »En hare stralen houden met zilveren draden alles wat leeft geboeid. Daarom ligt de geheele wereld als eene gevangene vrouw zwijgend en roerloos neder. Hoe gelukkig ik mij ook gevoel, zou ik thans toch niet kunnen lachen, en nog veel minder met luider stem kunnen spreken."

Uit de spleten en gaten wuiven groene beukentwijgen, en boven de dreigende rotsmassa's wiegelt de sierlijke varen. Laat u, door het ongenaakbare voorkomen der rots, niet van eene bestijging afhouden: het gaat gemakkelijker dan gij dacht.

Gij zaagt de vreugdetranen ’t oog ontspringen... Maar ’k hoorde uw zangren ’t lied des lijdens zingen, Toen ze op heur hand den scheidenskus liet drukken... Uit stronk en struik en warrelklomp van steenen Stort de kristallen vliet zich bruisend neer, En wordt tot sneeuw en schuim, en murmelt henen, En kust de lisch, die wiegelt heen en weer.

Phérékyde onderzocht de wielen en ontdekt, dat een der wielen onrustbarend wiegelt en dan ook al gauw van de as afloopt. Tegen zeven uur was eerst alles klaar, en de vrienden vertrokken op een nieuwe woestijnreis. Om acht uur gingen wij aan tafel. Wij spraken over de afwezigen. Waar zijn ze? Welke avonturen zullen ze beleven? Wij zien ze in onze verbeelding gebeukt op de slechte wegen.

"Van alles afgescheiden, zich overleveren aan het onvoorziene; tusschen dichtbewassen heesterbosschen en donkere wouden ronddwalen, zonder te weten waar men is of waar men komen zal; geen spoor der menschelyke maatschappij meer ontwaren; alles vergeten, tot de vriendschap zelve, om zich der vijandschap ook niet meer te herinneren....; wanneer men van geheimvol ontzag beeft en siddert onder den indruk der plechtigste stilte, stilte der groeiende natuur, stilte der lucht, stilte des lichts zelve, dan gaat de ziel, de dichterlijke ziel uit den stoffelijken mensch, en zweeft en zwemt en wiegelt op den lauwen vloed der rustige droomenzee...."

Ik min het schuim der zee, kristallen blaasjes, Waarin het zonnehart zijn wezen spiegelt; Het is als 't bleeke wichte, zwakjes als een waasje, Maar dat op zonlichtwiek omhoog wiegelt. Ik min het schuim der zee, millioene atomen, Droppeltjes, gerijgd tot witte beek! Dat zijn aaneengebonden ziels-atomen Van heilge kindren uit Mysteries bleek. W. van Weide.