Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 1 juli 2025
Natuur bestemde ons hart tot Amor's leen En heeft het hem tot vaste woon gegeven; En sluimrend beidt hij daar, kort bij den een, Bij d'ander lang, den dag van 't nieuwe leven, Wen Schoonheid als een vrouw vol deugd verschijnt, En zoozeer 't oog bekoort dat 't in 't gemoed Een hoog verlangen tot haar wordt geboren,
1 Van wat gewichte dat droomen zijn, sonderlinghe in de gelegentheydt van houwelicken. 2 Hoe men goede ende goddelicke droomen kan onderscheyden van de bedriegerijen van de boose geesten. 3 Wiens sinnelickheydt gevolght moet werden, soo wanneer een vader en een dochter, d'een met desen, d'ander met genen vrijer genegen is een houwelick aen te gaen.
Vreemde dingen Verneem 'k van meenge huisvrouw ... Doch, mijn Heer, Wat nieuws van buiten? 'k Hoor vandaag in Pisa Dat enkle koopluî daar uit Engeland Hun wollewaar goedkooper wilden slijten Dan wet en recht toestaat, en om gehoor De Signoria drongen. Is dit reedlijk? Hoort de éene koopman d'ander te verslinden?
En in de duisternis zag hij den boer daar buiten staan, een donkere, vaag omlijnde gestalte, tegen zwart-blauwen, flonkerenden sterrenacht. "Dag Al... Alfons," hakkelde de boer. "Goe... oe weere te weege. Wi... ilt... e gij de Van Doalens goan roepen, 'k zal ik o... om d'ander goan?" "Joa ik, boas," antwoordde Alfons, die zich reeds aan 't aankleeden was.
Datter op Corea voor ons niet valt te handelen hebben hier altijt oock soo begrepen om de selfste redenen alsser in't schrijven van 5en October lestleden wordt aangehaalt; 't comt ondertusschen niet qualijck datter zulken treck van verscheijde goederen derwaerts sij, hoewel van d'ander zijde de Compe weder schadelijck is datter bij de 600 picols zijde oock do stuckgoederen, 't verleden jaar over dien wegh in Japan gevoert zijn geworden.
16 ditto waeren noch doende met water te haelen; de scheepen ondertussen d'een wat crengende, d'ander wat drijvende; Orange sette een nieuwe bouckspriet in, alsoo sijn oude onbequaem ende geheel vergaen was.
Gij zijt het niet, mijn Broeders, gij waart enkel, zij zijn veelen, gij spreekt één na d'ander, zij gelijkelijk, zonder verwarring. Omspannen zij niet ruimte en tijd in geslooten hand? Zien niet hun oogen de toekomst en elkanders harten? Want hun stemmen worden tot één ding, zonder voorafspraak, en spreekende, weet elk wat de ander zeggen zal. Als dit niet het leeven der engelen is, wat is het?
Beide dichtwerken bestaan uit een aantal derzelfde kunstige strofen waarin ook de meeste andere vervat zijn; in de Eerste Martijn, de omvangrijkste tweespraak van alle die bijna 1000 verzen telt, is op menige plaats een dichterlijke gloed waaruit ware poëzie is voortgekomen; d'ander Martijn, van veel minder omvang, geeft meer spel van vernuft dan poëzie al is deze niet geheel afwezig.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek