Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 9 juli 2025
Ibarra zou met genoegen ervan afgezien hebben, dit dichtgewrocht te hooren, en liever de processie hebben zien voorbijgaan in 't huis van Capitán Tiago, waar Maria Clara met haar vriendinnen zou gebleven zijn, doch Zijne Excellentie wenschte de loa te hooren, en er zat dus voor hem niets anders op, dan zich te troosten met de hoop, haar in de komedie te zien.
"Wat overkomt je?" vroeg Maria Clara. "Stel je voor; ik vraag: 'Wanneer zal ik verstandig worden? Ik gooi de dobbelsteenen, en hij daar, die mislukte pastoor, leest in 't boek: 'Wanneer de kikkers haren zullen krijgen! Hoe vind je dat?" En Sinang trok een leelijk gezicht tegen den oud-seminarist. Deze bleef lachen. "Wie zegt je ook om zoo'n vraag te doen?" zeide haar nichtje Victoria.
Uw vader is toch geen horlogiemaker geworden? Clara. Wat een allerliefst patroon! Wat moet dat worden? Een lampekleedje? Caroline. Neen: een rand voor het tapijt van de groote zijkamer buiten. Clara. Hemel! welk eene onderneming! Een rand voor die groote kamer! Caroline. Maak je ook veel tapisseriewerk? Clara. Ik? Neen, waarlijk niet: ik heb geen tijd. En wat maakt gij Louise? Louise.
"Och, Nellie heeft zeker al wat gebruikt bij de eene of andere fee," zei Theodoor. "Ja, jongetje," dacht Nellie, "je moest ook maar eens weten, wat ik weet!" Nu bracht Clara de kleintjes naar bed. "Kom, Nellie," zei Moeder, "help ook eens mee. Kleed ook eens een van de kleintjes uit!" Maar daar riepen al de kinderstemmetjes: "Niet met Nellie!" "Ik met Clara!"
Agnes, die zich al meer en meer verwonderde, keek eensklaps onzen held strak aan en riep uit: "O moeder, hij is 't nu herken ik hem, hij is 't?" "Wie, kindlief?" vroeg Donna Clara, die een en al verbazing was over Jack's waarzeggerskunst. "Wel, de officier die ons gevangen nam en zoo vriendelijk was." Jack schoot in een luiden lach en erkende toen, dat zij goed gezien had.
Maria Clara keek naar de reigers, die bij 't naderen der bangka's in de richting van 't naburige gebergte wegvlogen. "Hebben die vogels hun nesten op de bergen?" vroeg het jonge meisje aan den "loods", wellicht meer om hem aan 't praten te krijgen dan om ingelicht te worden. "Waarschijnlijk wel, juffrouw," antwoordde hij, "maar tot nog toe heeft niemand ooit hun nesten gezien."
Ook Marcussen bracht Clara aan den gang; het amuseerde haar hem in een voortdurende verwarring te houden. In 't eerst lette hij niet op haar, anders dan in eerbiedige bewondering voor de mooie vrouw van zijn patroon; maar Clara gaf hem spoedig wat anders om over te denken. Ze kende zijn leven goed en wist, dat hij onder de burgermeisjes in de stad onweerstaanbaar was.
"Ziezoo! wat is er nu? zeg me wat er is, Clara," riep hij en ging vlak voor haar staan. "Wat er is? Wat bedoel je?" "Och, dat weet je heel goed, zooals jij den heelen avond gedaan hebt! Opeens, voor iemand 't weet, zit je als een mummie, lacht niet, geeft geen antwoord."
Maria Clara, die tusschen haar twee vriendinnen aan de piano zat, richtte zich half op, doch de krachten begaven haar, en ze ging weer zitten. Linares verbleekte, en keek Capitán Tiago aan. Deze sloeg de oogen neer.
"Dat eet me daar de visch op die voor ons bestemd was!" "Ik heb tot nu toe nog nooit een levende krokodil gezien!" merkte Maria Clara zacht op. De "loods" stond op, greep een lang touw en klom vlug op het vlakke bovenstuk van de vangkorf. Leon maakte plaats voor hem. Behalve Maria Clara had tot op dat oogenblik niemand op hem gelet. Thans bewonderden allen zijn slanke gestalte.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek