Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 23 juni 2025


Het spijt me werkelijk, want ik heb veel moois bij me en ik wil graag wat verdienen, maar het kan waarlijk niet. Of kan ik hier overnachten? Dan ben ik gaarne tot je dienst." "Mag dat, Coenraad?" vroegen verscheidene stemmen aan den dikken cipier.

Arns is de gevangenis voor 6 maanden gesloten en de cipier intusschen gepensioneerd geworden. Van de 25,000 leden, die tot onze kerk behooren, is slechts één persoon om misdaad voor het geregt geweest, en die is vrijgesproken. Als ik naar den loopmolen ging, om dien nog eens te bezien, zeide mij de opziener: "men kan het ding niet meer gebruiken, want het is verroest."

"Waarlijk, mijn beste vriend!" antwoordde Joan: "ik was dezen morgen even weinig voornemens deze plaats als u te bezoeken." "Gij komt dan niet vrijwillig? Neen waarlijk, nu zie ik eerst, dat gij uw degen mist. Hoe, mijn beste stokbewaarder!.... moet deze Heer...." "Uw maat zijn," zeide de cipier: "juist geraden: en het doet mij genoegen, dat gij oude kennissen zijt.

Op bevel van de vierschaar, werd den cipier geheeten hun elk twee bewakers te geven, die hen moesten slaan, telkens dat zij zouden willen slapen; maar de twee bewakers van Katelijne lieten heur den nacht slapende doorbrengen, en die van Joost Damman sloegen hem wreedelijk telkens dat hij de oogen look of enkellijk het hoofd vooroverboog.

"Volgt gij gewillig? of moet ik u laten voortslepen en de boeien aanzetten?" vroeg de cipier, altijd even koel. "Ik ga al," zeide Joan, oordeelende dat de stokbewaarder aan zijn aanklacht toch geen geloof zou slaan. Hendrik hoorde met verwondering naar het verhaal, hetwelk zijn vriend hem, na zijn terugkomst in de gevangenis, van het zonderlinge gesprek met den vreemdeling deed.

In een halven dag is de pijn over en wat nog het mooist is, zij komt nooit weerom. Jammer, dat het heel onder in mijne mars ligt. Ik kan er moeilijk bij komen. Nu, goeden avond, vrienden. Tot weerziens!" Fulco begaf zich langzaam naar de deur. Doch hij had nog geen drie schreden gedaan, of de cipier riep: "Het, kramer, ho, wacht even! Hoe duur is dat middel?" "Twee denariën!" riep Fulco. "Wat?

»Evenwel, mijne heeren," hernam hij, »wil ik u niet verzwijgen, dat ik de zaak eerst geheel van haar komieke zijde beschouwde. 'k Was gevangen, goed! Geen cipier om de deur mijner gevangenis te openen, volkomen waar!

Ik wilde mijne verdediging en mijne antwoorden vooruit klaarmaken, maar mijn hoofd was te veel in de war; ik kon niet denken aan mijn tegenwoordigen toestand; ik was met allerlei zonderlinge dingen bezig, die in mijn hersens zich verwarden, als de beelden in een tooverlantaren. De cipier kwam terug en gelastte mij hem te volgen.

Heb je zulk eene hevige kiespijn?" vroeg hij op meewarigen toon aan den cipier. "Verschrikkelijk!" kreunde de dikke sleutelbewaarder. "Je zoudt eigenlijk van mijn onfeilbaar middel gebruik moeten maken, goede vriend," zeide hij. "Probatum est!" "Heb-je dan een goed middel tegen kiespijn?" vroeg de cipier verheugd. "Een goed middel?" vroeg Fulco. "Neen, man, een best, onfeilbaar middel.

Ik gaf mij toen aan mijn droefenis over en de tranen liepen mij langs de wangen. Toen ik zoo zat, kwam er een gevangenbewaarder binnen, die mij een stuk brood en een kruik water bracht. Hij scheen innig medelijden met mij te gevoelen, al was hij dan ook een cipier, en zei: "Mijnheer de gevangene, wanhoop niet. Ge moet niet zoo gevoelig zijn voor den tegenspoed in het leven.

Woord Van De Dag

buitendam

Anderen Op Zoek