Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 23 juni 2025
»Die ben ik!« riep Fagin en verviel terstond weer in de luisterende houding, die hij voor de rechtbank had aangenomen. »Een oude man, mijne heeren; een heel oude, oude man!« »Hier,« zei de cipier en legde hem de hand op de borst om hem neer te houden. »Hier is iemand, die je spreken wil, en je een paar vragen wil doen, denk ik. Fagin, Fagin! Ben jij een man?«
"Dan is 't goed, dat je het nu weet," valt zij hem in de rede, met snijdende stem. "Ik was bang dat je sterven zoudt, zonder het te hooren; 't is goed, dat je 't nu weet, dat ik vrij met je spreken kan, mijn meester en cipier! Weet 't dan nu, dat ik hem toch heb toebehoord, hem, van wien jij me gestolen hadt! Laat allen 't weten, die me belasterd hebben."
Als hij een middel gevonden had om mij te doen ontsnappen, zou hij er ook wel een gevonden hebben voor Capi. Ik las het briefje nog twee- of driemaal over. Daarna kauwde ik het fijn en slikte het door. Thans kon ik gerust slapen. Daar legde ik mij zoo geheel op toe, dat ik eerst ontwaakte, toen de cipier mij riep voor het ontbijt. De tijd ging den anderen dag vrij spoedig om.
Werkelijk trad een oogenblik later de cipier binnen met een van de cipiersknechten, die een pak linnen droeg. Met ernstig gelaat en zonder me een woord te zeggen ontdeden ze mij van mijn wambuis en broek, die bijna nog nieuw en van fijn laken waren en nadat ze mij een oude plunje in de plaats ervan hadden aangetrokken, zetten ze mij bij de schouders buiten de deur.
De man is notabene tevens cipier van de gevangenis. Hij zit gewoonlijk als beste maatjes met zijn gevangenen op een bank voor het huisje dat de gevangenis moet verbeelden." Ondanks den aard der bevolking slaagden we er in, de grenzen van een mooi terrein van 1000 bouws nauwkeurig af te zetten en in kaart te brengen.
Daar hij zijn stilzwijgen niet kon overwinnen, wilde hij hem althans onteeren; men gaf voor dat hij zijn medeplichtigen had verraden. Als dit waar geweest was, zou zijn cipier in zijn woede geen toenemende barbaarschheden tegen hem uitgedacht hebben.
Hieraan voldoende, vond hij Buat ongesteld en zeer verwonderd over zijne komst, daar de boodschap niet van hem was uitgegaan. Na, in tegenwoordigheid van den cipier, een paar woorden met den gevangene gewisseld te hebben, verliet Van der Graaf de Gevangenpoort en ging naar huis. Den volgenden dag stond in een nieuwsblad, dat een der Raadsheeren zich niet ontzien had, de gevangene te bezoeken.
»Stilte daar!« riep de bewaarder. »Wat is dat?« vroeg een van de rechters. »Een zaak van zakkenrollerij, Edelachtbare.« »Is de jongen hier al meer geweest?« »Hij had hier al dikwijls moeten zijn,« antwoordde de cipier. »Hij is zoowat overal al geweest. Ik ken hem goed, Edelachtbare.« »O, ken je me? heusch?« riep de Slimme, terwijl hij de getuigenis opteekende. »Heel goed.
Toen ik den cipier in de gevangenis zag komen, had ik een gevoel van genot en een zweem van hoop ontwaakte in mij, want sedert het oogenblik dat ik hier was opgesloten, verkeerde ik in eene koortsachtige spanning over de vraag, die ik maar niet kon oplossen. "Wanneer zou de rechter mij in verhoor nemen? Wanneer zou ik mij kunnen verdedigen?"
"'k Weet niet wat je reutelt," klonk het bescheid: "Ik hou me met geen gekheid op; als je lust hebt om met de tralies kennis te maken, dan ben je terecht, maar anders...." "Tralies....! tralies....!" stotterde Paul, en eensklaps kreeg ie zoo'n oakelikke scheut deur zien lief, dat ie zoo wit als een doode werd. "Nóg wat?" zei de cipier, Paul vragend aanziende.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek