United States or Denmark ? Vote for the TOP Country of the Week !


Het viertal ging zitten om te ontbijten met de koffie en vier warme broodjes met ham, die de Vos in zijn hoed had meegebracht. »Welzei de Jood met een sluwen blik naar Oliver, terwijl hij zich tot den Vos wendde, »wel jongens, ik hoop dat jullie vanmorgen aan 't werk bent geweest?« »Of weantwoordde de Vos. »As kartouwenvoegde Charley Bates er bij.

De Vos knikte bevestigend en met zijn hand de kaarsvlam beschermend, gaf hij in stilte een vertrouwelijken wenk aan Charley, dat hij op 't oogenblik zijn grappen liever moest staken. Nadat hij dezen vriendendienst bewezen had, richtte hij zijn oogen op het gezicht van den Jood en wachtte zijn bevelen af.

Des avonds maakten wij een kameel af, die aan den rug gewond was; binnen twee dagen zou hij niet meer kunnen loopen, en wij zouden hem dan moeten achterlaten, ten prooi aan de vliegen, die onmiddellijk, in ongeloofelijk groote menigte en met duizelingwekkende snelheid komen aangonzen. Op den 22sten zend ik Lewis en Charley naar het zuiden om water op te sporen.

Maar toen Charley zijn mond open deed om te betuigen, dat hij nooit in zijn leven zoo ernstig was geweest, bleek hij ongelukkigerwijs niet in staat, een hevige lachuitbarsting te bedwingen, waarop de beleedigde Chilling zonder eenige plichtpleging op den beleediger toestormde om hem een stomp toe te dienen; Charley, behendig in het ontkomen aan vervolgingen, bukte zich om den slag te ontwijken; hij koos het oogenblik zoo goed, dat de stomp terecht kwam op de borst van den vroolijken ouden heer en hem tegen den muur kwakte, waar hij naar adem stond te hijgen, terwijl Chilling hem in diepe verslagenheid aankeek.

»Hou je bekvermaande de Vos, terwijl hij omzichtig rondkeek. »Wil je de kast in, stommerik?« »Ik kan er niks an doenzei Charley; »ik kan er niks an doen! Ik zie 'em nog der vandoor gaan om de hoeken heen en tegen de lantaarnpalen an en dan maar weer voort, net of hij ook van ijzer was, en ik met de lap in m'n zak der achteran o, nee maar

»Die oude heer aan den overkantvroeg Oliver. »Ja, die zie ik.« »Die is goedzei de Vos. »'n Bestemerkte Charley Bates op. Oliver keek in de grootste verbazing van den een naar den ander, maar hij mocht niets vragen, want de twee jongens staken steelsgewijze de straat over en slopen dicht achter den ouden heer, die hun aandacht had getrokken.

Den volgenden dag tegen den middag, toen de Vos en Charley Bates uit waren gegaan om hun gewone vak uit te oefenen, nam Fagin de gelegenheid waar, Oliver de les te lezen over de ten-hemel-schreiende zonde der ondankbaarheid, waaraan hij duidelijk verklaarde, dat Oliver zich in buitengewone mate had schuldig gemaakt door zich willens en wetens aan het gezelschap van zijn bezorgde vrienden te onttrekken en nog meer door zijn poging, van hen weg te loopen, nadat zooveel moeite en kosten waren besteed om hem te vinden.

Dus knikte hij hem toe en maakte een beweging om hem de hand toe te steken. »Laat mij in een andere kamer gaanzei de jongen, nog verder achteruitwijkend. »Charleyzeide Sikes, terwijl hij een stap vooruit deed, »ken je me niet meer?« »Kom niet dicht bij meantwoordde de jongen, terwijl hij steeds achteruitweek en den moordenaar met oogen vol ontzetting aanzag. »Monster

Charley berichtte ons ten een uur na den middag, dat hij een put had gevonden, waarvan de inboorlingen zich bedienden. Zonder deze ontdekking, zouden wij genoodzaakt zijn geweest, tachtig mijlen terug te trekken en vervolgens onze tegenwoordige verblijfplaats weder op te zoeken, waardoor onze kameelen een buitengewonen marsch van meer dan honderdvijftig mijlen zouden hebben moeten afleggen.

»Trek dat mooie pakkie nou maar uit«, zei Charley. »Ik zal 't wel aan Fagin geven om er op te passen. Wat 'n mopDe arme Oliver gehoorzaamde met tegenzin. Bates maakte een rolletje van de nieuwe kleeren, nam het onder zijn arm, ging de kamer uit en sloot de deur achter zich. Oliver bleef in donker achter.