Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 7 juni 2025
Daar zag hij een rosten capucien op de zuil van zijn celletje staan. "Goeden morgen," zei de capucien minzaam, "ik ben de pater-hotelier." Van uit de hoogte waar hij zich geheven had, keek Johan Doxa hem aan, plotseling duizelig wordend.
Hermes bracht Cecilius in een der cellen, waar de slaven woonden, in zicht van de zee. Zozimus kwam. Ben je ziek geweest? vroeg Zozimus. Ja, zei Cecilius. De edele Plinius denkt, dat zeelucht me genezen zal. Hij heeft me gehuurd, met mijn broêrtje, die komt straks. Dan zullen we wel alle drie samen moeten spelen, Zozimus. Cecilius keek het celletje rond....
Ze bleven zich als kluizenaartjes opsluiten in 't celletje waar ze geboren werden, en broeiden daar, en gistten, en kookten... Veel peper is niet goed voor je, zei Holsma.
"Nou moch' ik daar, om me goeie gedrag, nog wel's me celletje uit om dinge van zolder te hale, zooas cocos om te vlechte voor die mensche, en dan liep ik zoo maar as 'n vrij man onder die hanebalke rond ... Och Heere, wat mòch' ik dat graag, 'k ruik nòg die scherpe touwlucht a'k er om denk.
Jij mag, zei Zozimus tot Cecilianus; ook zoo een celletje hebben, hier naast.... Dat hoeft niet, zei Cecilianus. Eén celletje is voldoende. We slapen altijd op éen matrasje. Het is een mooi celletje en we hebben.... ja, we hebben hier alles wat we noodig hebben. Het is een.... ja, héel geriefelijk celletje. Met die nissen, waar je je boel kan bergen. En wat een aardig lampje!
Kom dan binnen om te praten.... De dominus ging met Plinius naar binnen. Cecilius en Cecilianus omhelsden elkaâr, heel gewoon. Toen glimlachten zij en keken elkaâr aan. Jij ziet wat bleek, zei Cecilius. Jij ziet wat bleek, zei Cecilianus, met nadruk. Zij gingen met Carpoforus en Zozimus terug, door den tuin, naar het celletje. Dit is ons celletje, zei Cecilius.
Maar eindelijk benne we allegaar tot niet meer dan vijf jaar veroordeeld, en door tusschekomst van de directeur ware we medeen al gescheië, zoodat zullie na Leeuwarde ginge en ik vroeg om me eigeste celletje werom in me vertrouwde Scheveninge!... "Maar 't eenige wat ik daar toe' toch zoo schrikkelijk miste, dat was me slaatje.
Peter kwam binnen met de dienaars van Arkel, die, na een tafel uit het celletje in de zaal te hebben geschoven, eenige spijzen opdischten, waaruit een verkwikkende geur opsteeg, welke de zinnen des Bisschops liefelijk scheen aan te doen. "Kom!" zeide hij: "neem plaats, Heer Ridder! en zet alle grillen uit uw hoofd. Peter! is de draagstoel gereed?"
"En die eerste zeve, acht dage heb 'k geen brok geëte, geen spoog water door me opgekropte keel kanne spoele, daar in dat akelige celletje weer ... Ja, na altijd zukke groote gastmale: je kucchie roggebrood, en alles mondjesmaat, as je van zooveel oplichtinge geleefd heb en gemorke dat er geen bokking zoo mager is, of je braait er nog vet uit! Van die mest alleen wiere die varkes ommers vaam-dik!
"Maar as de directeur in me cel kwam, dan vond ie niks as dat ééne slaatje soms in mijn mond. En dat ie niks von, dat gaf 'n heele opstand; wiere telkes invalle voor gedaan om mijn celletje na te speure, ja, 'n paar maal hebbe ze me stroozak opegesnede... Hi, hi! daar l
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek