Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 6 juni 2025


De morgenster staat nu boven de toppen der bergen, en ruischende koeltjes, die niet van deze aarde zijn, verkondigen dat de poorten van den dag zich openen. De vlucht van Cassy en Emmeline had Legree ten uiterste vergramd en verbitterd, en zijne woede trof, gelijk men wel verwachten kon, het weerlooze hoofd van Tom.

Legree keerde zich om, en besloot de zaak vooreerst te laten rusten. "Welnu, doe uw zin," zeide hij norsch tot Cassy. "Hoor eens," vervolgde hij tot Tom, "ik zal het er nu bij laten, omdat het werk dringt en ik al mijne handen noodig heb; maar ik vergeet het nooit. Ik zal het u op rekening stellen, en mij op een of anderen tijd betaling verschaffen uit uwe zwarte huid; onthoud dat."

Ik geloof het waarachtig ook!" zeide Legree, haar wegduwende en ongerust aanziende. "Maar toch, Cassy," vervolgde hij, "waarom kunt gij geene goede vrienden met mij wezen zooals ge placht te zijn?" "Placht te zijn?" herhaalde zij bitter en bleef steken. De verstikkende aandoeningen, die in haar hart oprezen, deden haar zwijgen.

Tom zag haar aan, alsof hij nog eens wilde spreken, maar zij sloot hem den mond met een gebiedenden wenk. "Spreek maar niet meer, arme man. Ga slapen als gij kunt." En nadat zij het water binnen zijn bereik had geplaatst en nog eenige beschikkingen voor zijn gemak gemaakt had, ging Cassy heen.

"Ik heb altijd hoop gehad." De jacht duurde lang, en het geheele moeras werd nauwkeurig doorzocht, maar zonder eenig gevolg; en met zekere ernstige, spottende blijdschap zag Cassy op Legree neer, toen hij moede en verdrietig van zijn paard stapte. "En nu, Quimbo," zeide Legree, terwijl hij zich in de huiskamer op zijn gemak zette, "ga nu dien Tom eens hier halen, dadelijk!

Cassy trad terug en met gevouwen handen omhoog ziende, zeide zij: "O, groote almachtige God, wij allen zijn zondaren; maar wat hebben wij meer dan alle anderen gedaan, dat wij zoo behandeld zouden worden?" Vreeselijk was de ernst in haren blik en hare stem, toen zij zoo sprak.

"Ik zou wel in het moeras willen leven en bast van de boomen knagen. Ik ben niet bang voor slangen. Ik zou liever eene slang bij mij willen hebben dan hem," zeide Emmeline met drift. "Er zijn al velen hier van uw gevoelen geweest," antwoordde Cassy. "Maar gij zoudt niet in het moeras kunnen blijven. Gij zoudt door de honden opgespoord en teruggebracht kunnen worden en dan dan...."

George gooide in het vuur zijner menschlievendheid de lampetkan om en brak twee glazen; en de dames in de kajuit, hoorende dat er iemand flauw gevallen was, verdrongen elkander bij de deur der hut en sloten de lucht zooveel mogelijk af, zoodat er over het geheel alles gedaan werd, wat men kon verwachten. Arme Cassy!

De brave leeraar van het station te Amhertsberg, waar George het eerst was aangekomen, stelde zooveel belang in het verhaal van Madame De Thoux en Cassy, dat hij aan het verlangen der eerste gehoor gaf, om haar naar Montreal te vergezellen en haar in hare nasporingen aldaar behulpzaam te zijn, terwijl zij al de kosten der reis zou dragen.

Cassy had dus, met vrouwelijken tact, de eenige snaar geraakt die nog trillen kon. "Welnu, ik zal het laten bij wat hij gekregen heeft," zeide Legree; "maar hij moet mij vergiffenis vragen en betere manieren beloven." "Dat zal hij niet willen doen," zeide Cassy. "Niet willen?" "Neen." "Ik zou wel eens willen weten waarom, Juffertje," zeide Legree met diepe minachting.

Woord Van De Dag

zelenika

Anderen Op Zoek