Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 6 juni 2025
Cassy sloeg hare scherpe zwarte oogen op en zag Legree aan met een blik, die hem door merg en been drong, en zeide: "Ja, wie zijn dat, Simon? Ik zou dat wel eens van u willen hooren. Gij weet het niet, zou ik denken?"
Cassy bleef stilstaan terwijl groote tranen uit hare neergeslagene oogen rolden. "Miss Cassy," zeide Tom met zekere aarzeling in zijnen toon, nadat hij haar een poos had aangezien; "als gij maar hier vandaan kondt komen als dat maar mogelijk was dan zou ik u en Emmeline raden om het te doen, dat is, als gij het zonder bloedschuld doen kunt anders niet."
Cassy had altijd op Legree dien invloed bezeten, dien eene vrouw van een hartstochtelijk en krachtig karakter steeds over den ruwsten man kan uitoefenen; maar sedert eenigen tijd was zij onder het afschuwelijk juk harer dienstbaarheid steeds wreveliger en onrustiger geworden, en somtijds barstte hare opgepropte gramschap in eene vlaag van razende krankzinnigheid uit, en deze kwaal maakte haar in zekere mate geducht voor Legree, die voor krankzinnigen dat bijgeloovige afgrijzen koesterde, dat ruwen onkundigen menschen eigen is.
Zij zag haar verbijsterd aan, maar gaf geen antwoord. Zij vatte slechts hare hand, met een streelend liefkoozende beweging. "Doe dat niet!" zeide Cassy, met eene poging om zich los te trekken. "Gij zult nog maken dat ik u liefkrijg, en ik wil nooit weder iets liefhebben." "Arme Cassy, denk zoo niet!" zeide Emmeline.
Somtijds sprak hij Cassy; en somtijds, wanneer hij naar het huis werd geroepen, kon hij even de neerslachtige Emmeline zien, maar hij had weinig omgang met eene van beiden, en hij had ook eigenlijk geen tijd om met iemand om te gaan. Op een avond zat hij geheel uitgeput en ternedergeslagen bij eenige half verbrande houten, waarop zijn onsmakelijk avondmaal braadde.
Het kleine ding keek naar haar op; en Cassy sloot haar in hare armen, drukte haar aan hare borst, en zeide wat zij op het oogenblik inderdaad geloofde: "Lieveling, ik ben uwe moeder!"
"Op Cassy moogt ge schieten, als ge lust hebt; het is tijd dat zij naar den duivel komt, waar zij behoort; maar op de meid niet," antwoordde Legree. "En nu, jongens, weest vlug en ijverig. Vijf dollars voor wie ze krijgt, en altijd een glas brandewijn voor iedereen."
Legree raasde en vloekte en dreigde de deur open te breken; maar hij bedacht zich naar het scheen, en ging zeer slecht op zijn gemak naar de huiskamer. Cassy bemerkte dat hare pijl getroffen had, en van dat oogenblik af verzuimde zij niets om den gemaakten indruk te versterken, hetgeen haar met hare schranderheid uitmuntend gelukte.
"O, Cassy, hoe goed hebt gij dat overlegd!" zeide Emmeline. "Wie anders dan gij zou ooit daaraan gedacht hebben?" Er sprak noch blijdschap, noch eigenwaan uit Cassy's oogen niets anders dan wanhopige vastberadenheid. "Kom!" zeide zij en gaf Emmeline de hand. De twee vluchtelingen slopen stil het huis uit en in de snel vallende avondschemering het kwartier voorbij.
Zie hoe bemodderd zijn paard is van het rondtrappelen in het moeras; en de honden zien er ook tamelijk druilig uit. O, goede man, gij zult nog dikwijls op de jacht moeten gaan het wild zit daar niet." "O, spreek toch niet!" zeide Emmeline. "Als zij u eens hoorden!" "Als zij iets hooren, zal het hen nog zorgvuldiger hier vandaan doen blijven!" antwoordde Cassy. "Geen gevaar!
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek