Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 6 juni 2025
Wat zou er toch op die vliering zitten, denkt gij wel, Simon?" "Dat raakt u niet," antwoordde Legree. "Zoo, niet?" hervatte Cassy. "Welnu, ik ben in allen gevalle blij, dat ik niet meer onder de vliering slaap." Daar Cassy verwacht had dat de wind dien avond zou opsteken, had zij het vlieringvenster opengezet.
Cassy had daarop met trotsche minachting verklaard dat zij naar het veld wilde gaan; en nu had zij, gelijk wij beschreven hebben, een dag daar gewerkt, om te toonen hoe volkomen zij die bedreiging verachtte. Legree was dien geheelen dag heimelijk ongerust geweest, want Cassy bezat een invloed op hem, waarvan hij zich niet kon bevrijden.
"Zoudt ge niet liever uwe pistolen krijgen?" zeide Cassy met een smalenden lach, die Legree deed ijzen. "Het is tijd dat hier naar gezien wordt, weet ge. Ik zou u gaarne eens naar boven hebben; zij zijn aan den gang." "Ik wil niet gaan," antwoordde Legree met een vloek. "Waarom niet? Er zijn toch immers geene spoken. Kom!" En Cassy wipte de wenteltrap op, lachend naar hem omziende. "Kom voort!"
Door Legree eenige goede woorden te geven, toen hij eens in een redelijke luim was, had Cassy hem overgehaald om haar naar eene naburige stad mede te nemen, die vlak aan de Roode rivier lag. Met een geheugen dat tot bijna bovennatuurlijke helderheid was verscherpt, had zij op elke bocht van den weg gelet en den tijd berekend, dien men noodig had om hem af te leggen.
"Voor ditmaal zeker wel," zeide Cassy; "maar nu hebt gij zijn haat op u, die u dag aan dag volgen zal, u als een hond aan de keel zal hangen en uw bloed drop voor drop afzuigen. Ik ken den man!"
Hier, hier," vervolgde zij op hare borst slaande, "is alles woest, alles ledig! Als God mij mijne kinderen teruggaf, dan zou ik kunnen bidden." "Gij moet op Hem vertrouwen, Cassy," zeide Emmeline. "Hij is onze Vader." "Zijn toorn is op ons," antwoordde Cassy. "Hij heeft zich in gramschap van ons afgekeerd." "Neen, Cassy, Hij zal goed voor ons zijn! Laten wij op Hem hopen," zeide Emmeline.
"Een man die Simmons heette, was geloof ik de principaal bij den verkoop, tenminste dat was, als ik mij wel bedenk, de naam die onder den koopbrief stond." "O, mijn God!" zeide Cassy en zonk bewusteloos op het dek. George sprong op en Madame De Thoux insgelijks.
Met u is het anders het is een valstrik voor u het is meer dan gij wederstaan kunt, en het is beter dat gij gaat, als gij kunt." "Ik weet geen weg dan door het graf," zeide Cassy. "Er is geen beest of vogel, of hij kan ergens schuilplaats vinden, zelfs de slangen en alligators hebben hunne plaatsen om te liggen en stil te zijn; maar voor ons is er geene plaats.
Een voetstap trad achter hem binnen en het licht eener lantaren scheen hem in de oogen. "Wie is daar! O, om 's Heeren wil en uit barmhartigheid, geef mij toch wat water!" Cassy want zij was het zette de lantaren neer, schonk water uit eene flesch, beurde zijn hoofd op en gaf hem te drinken. Nog een beker en nog een ledigde hij met koortsige gretigheid. "Drink zooveel gij lust," zeide zij.
Dit hoorende bezweek de zwakkere geest van Emmeline bijna, en hare gezellin bij den arm grijpende, zeide zij: "O, Cassy, ik zal flauw vallen." "Als gij dat doet, steek ik u dood!" zeide Cassy, een kleine, glinsterende ponjaard uithalende, die zij voor de oogen van het meisje liet flikkeren. Deze afleiding bereikte haar doel.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek