Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 1 mei 2025
Op die tijding sprak Uilenspiegel tot Lamme: Op aanzoek van Dubois, procureur-generaal, heeft de hertog gedagvaard binnen driemaal veertien dagen vóór hem te verschijnen: den prins van Oranje, Lodewijk zijn broeder, Hoogstraten, van den Berg, Kuilenburg, Brederode en andere vrienden des prinsen, onder belofte van goede justitie en goedertierenheid.
Zoo had dan nu Van Borselen alle macht in handen, waarvan hij gebruik maakte om zijnen vrienden, allen Zeeuwen, groote bedieningen te geven. Den Heer van Brederode ontsloeg hij als Baljuw van Zuid-Holland en benoemde Jan van Renesse in diens plaats. Al spoedig bleek het hem echter, dat deze even heerschzuchtig was als hij zelf, en dat de Graaf zich meer en meer tot hem voelde aangetrokken.
Wy willen slechts een paar van deze geslachtsnamen vermelden; Van Brederode en Van Teylingen.
De bekers werden lustig geheven en vlug geledigd, en nu en dan werd door den vroolijken Brederode een liedje aangeheven, dat door bijna alle aanwezigen meegezongen werd. Iedereen genoot van het heerlijke feest, iedereen was vroolijk, slechts één uitgezonderd. Heer Hendrik van Vianen deelde niet in de algemeene vreugde.
"Laad dan den mijne op u!" roept het meisje uit, en terwijl zij vlak voor haar duena gaat staan, vervolgt zij met vlammende oogen: "Waag het, een woord van dit alles aan wien ook te zeggen, voordat ik het u beveel, en ik vertel mijn vader, dat vier jaren geleden, toen gij meendet, dat ik nog te jong was, om op staatszaken acht te slaan, gij, voor twee duizend kronen, den jongen Brederode hebt gewaarschuwd, zoodat hij Brussel kon ontsnappen om gevangenneming en terechtstelling te ontgaan!"
In 1418 kwam de heerlijkheid door aanhuwelijking aan het doorluchtig huis van Brederode, aan welk geslacht zij bleef tot 1679, toen Wolfert van Brederode, de laatste uit dit geslacht, ongehuwd overleed.
"Met uw verlof," zeide de Heer van Brederode tegen Treslong, "is het uwe bedoeling, dat wij ons hier straffeloos door dien vreemdeling laten beleedigen?" "Ik ken hier geen vreemdeling, mijn Heer!" zeide Treslong; "ik houde al de aanwezigen voor getrouwe vazallen van Graaf Willem, en het is mijn ernstig verzoek, dat de zaak hierbij blijve en dat alle ongenoegen met den beker worde afgewisseld."
De schilderachtige slotruïne, op bladz. 176, doet misschien menigeen onzer lezers denken aan de bekoorlijke bouwvallen van het kasteel van Brederode, aan dien "steenen reus in 't groene dal", zooals Hofdijk hem zoo juist en teekenachtig noemt. Toch verplaatst deze ruïne ons naar het noorden van Engeland.
Indien de hedendaagsche dragers van den naam Van Brederode in der daad afstammelingen zijn der aloude graven van Brederode, gelijk wel beweerd wordt, zoo is deze geslachtsnaam zeker minder byzonder, dan waneer hy enkel ontleend is aan den naam Brederode, als plaatsnaam, als naam van het stamslot van dat oude geslacht van hollandsche edelingen.
Gij ziet hier al wat onze adel luisterrijks bezit: die nu den boog spant is de Heer van Ligny: naast hem, de Heeren van Walcourt en Antogne: Henegouwen bezit geen kloeker ridders dan deze drie Baanrotsen: die jongeling met zijn blonden kroeskop is de Heer van Brederode, en die met hem spreken zijn twee gebroeders uit den huize Teylingen; die met het deftige uitzicht is een Haemstede: allen zijn aan het voormalige stamhuis vermaagschapt, en getrouwe dienaars van het tegenwoordige."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek