Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 16 juli 2025


"Bij Sint-Japik!" riep de Graaf, opspringende: "en waarom heeft niemand ons daarvan verwittigd? Zou waarlijk onze oom de dwaasheid hebben gehad van naar Haarlem te gaan, om zijn post als Kamprechter waar te nemen bij een gevecht, dat geen plaats kan hebben." "Dit ware minder erg," zeide Teylingen, "dan dat die trotsche Fries zonder tegenpartij in het krijt verscheen." "Gij hebt gelijk, Teylingen!

Hij hief zich rechtop in den zadel, en naar het brandende klooster wijzende, zeide hij tegen Teylingen: "Gij ziet het! daar zijn de onzen nog meester." "God geve!" antwoordde de bezorgde Edelman, "dat het de lijktoorts onzer vrienden niet zij. "Wellicht reeds in het binnenland," zeide Walcourt, "en bezig om dien troep van dorpers voor zich uit te jagen.

De meeste omstanders volgden den Graaf; maar zijn laatste woorden waren niet verloren gegaan, en de oude Wapenkoning, die ze gehoord en als een zijdelingsch verwijt had opgenomen, trad naar Adeelen toe en begon hem, op een half beleefden, half bestraffenden toon, de les te lezen over zijn gedrag, terwijl Beaumont en Teylingen den Abt en den Olderman poogden over te halen, het feest niet te verlaten om een woord, dat den Graaf in drift ontvallen was.

Simon van Teylingen en Gwij van de Merwede, van top tot teen gewapend, volgden als Kamprechters, door een stoet van schildknapen en trompetters vergezeld.

Waarom zou men zich altijd het zwaarste voorstellen? Ziet gij hier ergens een vijand, die ons het inrukken zou beletten?" "Gij zijt een vreemdeling," hernam Teylingen, "en kent den aard en de strijdwijze van dit volk niet: eer gij er om denkt, zult gij hen als vorschen voor uwen voet zien opspringen." "Het zij zoo," hernam de luchtige Henegouwer: "wij zullen hen dan als vorschen vertrappen."

Walcourt wilde juist antwoorden, dat dit wel een onmogelijkheid zijn zou; maar een plotselinge ongesteldheid, die hem overkwam, noodzaakte hem naar buiten te gaan: en weldra zagen Teylingen en Naaldwijk zich gedwongen, zijn voorbeeld te volgen.

"Deodaat is een braaf Ridder," zeide Beaumont, zijn kweekeling op den schouder kloppende: "hij heeft de lessen niet vergeten, die ik getracht heb, hem in te prenten." "Hij had toch moeten begrijpen," zeide Teylingen, "dat de Graaf niets onbillijks kan vergen, veelmin iets dat met den Ridderplicht strijdt."

Intusschen, hoe kan de Graaf den Abt en mij zulks ten kwade duiden, daar wij terstond iemand naar den Vogelesang gezonden hebben, om den Grave bericht te geven van het voorgevallene." "Wij hebben niemand gezien," zeide Teylingen. "Deze knaap heeft mij echter gezegd," zeide Aylva, op Feiko wijzende, die hem volgde, "dat hij den Heer van Beaumont had gesproken."

De inwoners, voor een storm beducht, openden haar de poorten; en zy vertoefde een tijd lang op het slot; haar verblijf gaf den kronijkschrijvers van Heusden stof tot gelijke verhalen, als door anderen ten opzichte van haar gevangenschap op Teylingen worden opgedischt; namelijk, dat zy gewoon was, goed te drinken, en alle kannetjens, na ze geledigd te hebben, over 't hoofd in de slotgracht te werpen.

Tegenhangers van den naam Van Brederode zijn de geslachtsnamen Van Teylingen en Van Hoogteilingen, die eveneens door burgerlike geslachten in Holland gevoerd worden, en afgeleid zijn van het oud-adellike slot Teylingen, dat sedert eeuen reeds in puin ligt by het dorp Sassenheim tusschen Haarlem en Leiden.

Woord Van De Dag

bakels

Anderen Op Zoek