Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 12 juli 2025


Boven gekomen werd ik aangesproken door een adelborst; deze was gekleed in buis en broek; het witte hemd, dat hij droeg, was van twijfelachtige zindelijkheid, en een zwartzijden doek was los om zijn hals geknoopt. »Wat verlangt mijnheer?" vroeg hij. »Ik zou gaarne Mr.

Voorop liepen zes jongens gestoken in kerkgewaad; een rood kleed van een goor rood, bezaaid met kaarsvetvlekken, meêgebracht uit vroegere processies, viel hun tot op de knieën en liet de oude broek met afgetrapte randen slordig flodderen boven grove, stevig gevormde rijgschoenen of laag schoeisel met blauw omboordsel der afgezakte kousen.

Nicolai Tscherbatzky, Kitty's neef, zat met korte jas en nauwe broek en schaatsen onder de voeten op een bank en riep, zoodra hij Lewin gewaar werd, dezen toe: "Aha, de champion der schaatsenrijders! Sedert wanneer hier? Waar hebt ge de schaatsen?" "Ik heb er geen meegebracht," antwoordde Lewin, zeer verwonderd over zich zelf, dat hij in haar tegenwoordigheid zoo onbevangen spreken kon.

Het bestaat uit drie gedeelten; de groote wijde broek, die over de voeten valt en precies op den voet past; daaroverheen de wijde zwarte mantel, die bij de armen van katoen, bij de rijken van zijde is, en dan de sluier, vallend over het gezicht.

Hij knoopte zijn rok tot bovenaan dicht, streek de plooien langs zijn lijf glad, beschouwde met eenig welgevallen den glans van zijn broek en trok naar de bank. Er was iets aanvallends in zijn tred, en zekerlijk eenige veroveringszucht. Hij trok dus naar de bank, evenals Hannibal naar Rome trok.

Gelijk men dan ook seyt, dat daer versch aengekomen was de Burgemeester van den Broek, die wondre nieuw maren uyt Holland medebraght, waer over verscheyde van die Parnasbroeders ook haer sentiment seyden, waerd altemael om vanden vermaerden Hugo de Groot beschreven te werden.

Met hun door de zon gebruind gelaat, hun woest voorkomen, maken deze krachtige, forsch gespierde mannen een zeer eigenaardigen indruk. Hunne kleeding bestaat uit slopkousen van geitenvel, een korten broek, een hemd, een vuil vest van bruin leder, waarover zij dikwijls een buis zonder mouwen van merino-wol dragen.

Simeon Halliday, een rijzig, recht welgespierd man, met een bruingrijze jas en broek en een breedgeranden hoed kwam nu binnen. "Hoe is het met u, Ruth?" zeide hij met warmte, terwijl hij zijn breede palm openspreidde, om haar mollig handje er in te leggen. "En hoe is het met John?" "O! John is wel, en al de anderen ook," antwoordde Ruth blijmoedig.

Om tien uur komt de goede man bij mij in het hemelsblauwe vest en de blauwe broek, met een opgezet gelaat, rood onder de witte muts, schitterende oogen en lachenden mond: "Komaan, die heeft zijn loon gekregen!... U weet niet, wat er gebeurd is?... Ja, ja, hij heeft er van gelust! tweehonderd stokslagen! die zullen hem heugen!... Het is de zoon van een mijner vrienden; hij komt dezen namiddag bij mij en vraagt mij voor zijn vader hem mijn muilezel te leenen.

"Wel, ik had er aan moeten denken dat je in de provisiekast zoudt zitten," zeide zij. "Wat heb je daar gedaan?" "Niets, tante." "Niets? Kijk eens naar je handen en je mond! Waarom kleven die zoo?" "Dat weet ik niet, tante." "Nu, ik wel. Er zit gelei aan. Heb ik je niet honderdmaal gezegd, dat je voor de broek zoudt hebben, als je gelei snoepte. Geef mij die roede eens aan."

Woord Van De Dag

bakels

Anderen Op Zoek