Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 12 juli 2025


Eerst nu zag Frank, in het licht, de armoede van zijn uiterlijk; zijn dun gesleten jasje, vet glimmend en knoopen missend; zijne afgetrapte, uitgerafelde broek; zijne vuile bouffante, die een gemis aan linnen verborg; zijne uitgezakte schoenen met gaten. Een ouden hoed had hij bedremmeld, verlegen, in de hand gehouden.

Ze was groot, lenig, zeer goed gekleed in wijde broek; mooi ondanks de tatoeëeringen en de boven de oogen door een dikke zwarte lijn verbonden wenkbrauwen. Haar mooie handen, met henné gekleurd, droegen groote ringen, en zilveren armbanden omsloten de fijne polsen.

Hij herkende mijnheer du Bessy en veraangenaamde de kennismaking met een heesch-krijschenden lach, dien hij weldra onderbrak om te geeuwen. Toen liet hij zich door La Flèche in een broek en een kamerrok steken.

Zy noodigden my om hen daar te volgen, zoo als ik ook deed, niets anders dan myn borstrok en broek aan hebbende; maar na het maken van eenige bewegingen, zonk ik met myn snaphaan naar den grond.

De straatjongen van Parijs is een kleine Rabelais! Met zijn broek is hij niet tevreden, zoo er geen horlogezak in is.

Dat zwart fluweelen wambuis met die fijne kanten lubben, die op de witte, magere handen neerhangen, die satijnen broek van dezelfde kleur, met korenblauwe linten onder de knie vastgemaakt, die fijn lederen schoenen met strikken, in welker midden zich een gouden knoop bevindt en die halsdoek, die als een bef met breede plooien om den hals gestrikt, in echte Brusselsche kant nederhangt, doen 't u reeds vermoeden, indien de omgeving in de kamer er u geen zekerheid van gaf.

Over het bovenlijf een wit katoenen hemd, daarover een hemd-rok met korten mouwen, van voren sluitend. Daarover dragen de Protestantsche vrouwen een corset, de Roomsche daarentegen niet. De Protestantsche dragen bovendien een broek, de Roomsche vrouwen niet. Over dit hemd-rok komt de beuk.

Wacht, hij zou de scheur in zijne broek gaan naaien. Had hij nog niet een eindje kaars? Zeker. Waar waren de lucifers? O, wee! het doosje was leeg, en 't was het laatste doosje. Wat nu? Wacht eens dat was waar ook! Hij had immers nog het zilveren lucifersdoosje van het goede vrouwtje. Waar was dat? Hij had het nooit weer gezien!

Toen beproefde hij het niet weder om de bank te naderen, hij hield stil in het midden der laan, en ging zitten, 't geen hij anders nooit deed, terwijl hij steeds op zijde gluurde, en in 't diepst zijner ziel dacht, dat het toch zeer onwaarschijnlijk was, dat iemand, wier witten hoed en zwart kleedje hij bewonderde, geheel onverschillig zou zijn voor zijn glimmende broek en zijn nieuwen rok.

Maar als men nu eens onpartijdig over mijne handeling wil nadenken, hoe kon ik in dit geval anders gedaan hebben? Men had mij bepaald op de bramzaling vergeten; ik was al mijn eten misgeloopen; en die arme matrozen hadden alleen om mij voor straf te vrijwaren, een onbeschaamden leugen verteld, met groote kans om daarvoor een pak op hun broek op te loopen.

Woord Van De Dag

bakels

Anderen Op Zoek