Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 10 juni 2025
"De lubben," zeide hij, "die Lord John verscheurd heeft, zijn een geschenk, hem onlangs door een Signora hier uit de stad gedaan. Nu is Lord John verloofd aan een Juffrouw bij ons te lande, die zijn liefde dubbel waardig is.
Zijn houding echter was altijd afgemeten en deftig; ja, in sommige gevallen niet van waardigheid ontbloot, en zijn voorkomen dat van een fatsoenlijk man. Zijn gewaad bestond in een effen zomerrok van gevlochten zilverdraad. Van uit de breede omslagen der mouwen, die tot even onder de ellebogen reikten, viel een aanzienlijk pak lubben op den voorarm neer.
Dat zwart fluweelen wambuis met die fijne kanten lubben, die op de witte, magere handen neerhangen, die satijnen broek van dezelfde kleur, met korenblauwe linten onder de knie vastgemaakt, die fijn lederen schoenen met strikken, in welker midden zich een gouden knoop bevindt en die halsdoek, die als een bef met breede plooien om den hals gestrikt, in echte Brusselsche kant nederhangt, doen 't u reeds vermoeden, indien de omgeving in de kamer er u geen zekerheid van gaf.
Kijk! daar hangt zijn portret, in 't karakter van Achilles, met Griekschen helm en gepoederde pruik, schild en witte das, rijk versierde tuniek, in den vorm van een hoepelrok en kanten lubben, sandalen en cabretten handschoenen keurig uitgevoerd, niet waar? en daartegenover hangt zijn jong en aardig vrouwtje, Cornelia Fokke, die de première amoureuse speelt, in 't karakter van Zaïre, met een tulband en eene stijve panier.
Het woord geld of gild heeft, by dieren, ook de beteekenis van onvruchtbaar. Van daar het werkwoord gilden, een dier onvruchtbaar maken of lubben. En een gilder is iemand die van deze zaak zijn bedrijf maakt. In De Navorscher, dl. XXXII, bl. 338 vind ik de volgende aanteekening: »In Noord-Brabant onderscheidt men bergen van gilden. Berg is een gewezen beer; gild een gewezen zeug, niet waar?
Nieuw was zijn kleed met de blinkende knoopen, stijf waren de kanten kraag en lubben, en glimmend was zijn lederen schoeisel. Hij kreeg een pels van het fijnste bevervel en een bonten muts op de blonde krullende haren. Zij spreidden een berenvel met zilveren klauwen over de sleede en gaven hem den zwarten Don Juan, den trots van den stal, om er voor te spannen.
Juist kwam de post aan en de Goeverneur kreeg zijn brieven van huis, waarvan hij er een aan zijn kweekeling hardop voorlas. Rousseau, die geen Engelsch kende, verstond er niets van, maar zag met niet weinig verbazing, hoe de jongeling een paar fraaie kanten lubben, die hij droeg, heimelijk een voor een verscheurde en op 't vuur smeet.
"Volstrekt niet," hernam zij: "want hij draagt bovendien een bijzonder nette pruik en keurige lubben en een schitterenden diamant aan zijn das. Het portret van den saletjonker uit den Verliefden Poëet van Buysero is volkomen op hem toepasselijk: 'k Zag nooit netter van mijn leven: Wel driemaal op een dag werd hem schoon goed gegeven.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek