Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 14 juli 2025
Ayrton en Pencroff sprongen in de prauw om de kostbare voorwerpen aan wal te brengen. Op het oogenblik dat zij van wal zouden steken, riep Gideon Spilett hen terug met de woorden: "En de zes boeven die op den rechteroever der Mercy geland zijn?" Zij hadden waarlijk de zes mannen vergeten, wier sloep tegen de klippen was verbrijzeld. Niets was er in die richting van de vluchtelingen te bespeuren.
Weldra was er voor paarden en voor een gids gezorgd en om acht uur in den morgen begaven ze zich op weg in de richting van Don Rebiera's landhoeve. Zij hadden nog geen zes mijlen afgelegd, toen ze een van de detachementen ontmoetten, die ter vervolging van de losgelaten boeven waren afgezonden.
Zeker was het dat men zonder gezien te worden bij de deur kon komen en dat de omheining niet bewaakt scheen. Voor het oogenblik moest men dus slechts trachten spoedig de andere kolonisten weder te bereiken en met hen te beraadslagen. De ingenieur was weldra van alles op de hoogte gebracht. "Welnu," zeide hij na een oogenblik te hebben nagedacht, "ik geloof nu dat de boeven niet in de kraal zijn."
Hij had ze eerst geweigerd; zij waren wel zeven van die verwijfde kerels om hun reus van een Archigal heen, maar zij hadden honger, hadden zij hem gezegd, en dorst, na een heelen dag door den regen loopen over de landwegen buiten Rome en dan, ze hadden geen geld opgehaald en ze wisten niet waar te overnachten en nu, waarachtig, had hij ze toe gestaan, dat zij daar, in dien hoek, zich opschoten; ze vraten en zopen zouden hem later betalen, zeiden zij! en zij hadden hun ezel gestald in de schuur, bij zijn eigen lastdier en wagengedoe en zouden daar nu, in dien hoek, de geheele nacht mogen blijven, in het zaagsel, op de vochtige steenen, over hunne mantels gelegerd als een pak boeven, die gemeene troep!
Men oordeele over de wanhoop van Cyrus Smith en zijn lotgenooten, toen zij de volgende woorden lazen: "Vrijdag, 6 uur in den morgen. "De boeven meester van de bergvlakte. "Nab." Zij zagen elkander aan, zonder een woord te spreken en keerden in het huis terug. Wat moesten zij doen? Nu de boeven op de bergvlakte waren, zou alles daar verwoest en vernield zijn.
"Ik zie geen uitkomst," zei Don Philip met een zucht. "Wat te doen?" "Ik weet 't niet," antwoordde Jack. "Als we nog maar touwen hadden." "Is 't zeker, Massa Rustig, dat al die boeven beneden weg zijn?" vroeg Mesty. "Ja," antwoordde Rustig, "kijk maar; ze liggen daar allen gekneveld onder bewaking der soldaten." "Dan is 't hoog tijd dat we wegkomen." "Dat vind ik ook, Mesty; maar hoe?" "Hoe?
In die onheilsnacht, waarin zeker Hekate tusschen al hare heksen zege vierde over de rampzalige wereld, sleurden mij de drie boeven mijn stal uit en slingerden zich alle drie op mijn rug.
En ten tweedemale ging een zonderlinge stoet bergaf. Eenige mannen droegen fakkels om den weg te verlichten. Alle bewoners van de plaats waren gealarmeerd en toen wij de binnenplaats bereikten, was het even vol als des avonds. De gevangenis was natuurlijk ledig. De paarden der boeven stonden in de oude bouwvallige stal, maar die van den Kodscha Bascha waren verdwenen.
"Gij ziet het, Pencroff," merkte Cyrus Smith op, "de ongelukkige Ayrton heeft tegenstand geboden. De boeven hebben hem tegen zijn wil medegesleept! Twijfelt gij nog aan zijn trouw?" "Neen, mijnheer Cyrus," antwoordde de zeeman, "en reeds lang heb ik mijn wantrouwen afgelegd! Maar men kan hieruit iets opmaken." "Wat dan?" vroeg de reporter. "Dat Ayrton niet in de kraal gedood is.
Hoe ontzettend, dat het eene steeds voortvloeide uit het andere, de toekomst werd uit het verleden!... Als zijn vader, na het mislukken zijner indolente studies te Leiden, hem niet in een administratief betrekkinkje naar eene fabriek te Manchester verbannen had, dan had hij denkelijk nooit sommige jongelui leeren kennen, zijne medeklerken aldaar, fashionable boeven en gevaarlijke strijders voor het leven, nog halve knapen en reeds rot van eene verdorven jeugd ... Als hij ze niet gekend had en hoe gemakkelijk hadden ze, zijne aangeboren neigingen slechts te gemoet komend, hem medegesleept! dan had hij misschien toch niet zóó lichtschuwe geldknoeierijen bij zijne fabriek bedreven, dat zijn patroon, uit medelijden en vriendschap voor zijn vader, hem naar Amerika geholpen had ...
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek