Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 10 juni 2025
Een week of wat later debuteerde Dorus als hansworst bij Signor Carlo's troep. Overal waar het honden- en apentheater speelde, oogstte de hansworst den meesten bijval; zoo'n grappigen bochel had men ook nog nimmer gezien. Ruim anderhalf jaar later bevond het gezelschap van Signor Carlo zich in een klein Geldersch stadje op de kermis.
Hoewel hun bedrijf het meebracht, dat zij als het ware een nomadenleven leidden en nu hier, dan daar hunne tent opsloegen, vond Dorus in Signor Carlo's gezin een tehuis, zooals hij vroeger nooit had gekend; hij werd minder stug en terughoudend en lette er soms zelfs niet op, dat iemand hem "krates" of "bochel" noemde.
Hij heeft, als hij begint te spelen, de lorgnetten op zich zien richten en de hoofden waargenomen, die bij elkaar worden gestoken, terwijl zich de blikken zijdelings naar hem wenden. 't Is hem, als heeft hij het fluisteren verstaan en alsof 't woord: "bochel" onophoudelijk zijn oor treft.
De verontwaardigde jonge dame spreekt niet meer tegen den burgemeesterszoon, die na afloop van 't concert woedend tot een zijner vrienden zegt: "Zoo'n miserabele kromme speelman zou me waarachtig mijn heele succes bij juffrouw Masthoven bederven; ze is, parole d'honneur, épris van dien bochel! Ha! ha! ha! wat zoo'n beetje muziek al niet doet, hé?
Er kwamen nog andere personen, die mij werden beschreven. Ook onze meesteres vergat hij niet. De beschrijving van haar beviel mij nogal. "Ze heeft geen lastig humeur, ondanks de philosophie, en men heeft, als men bij haar in betrekking is, niet veel grillen te verdragen. Zij is een verstandige, redelijke vrouw en heeft geen hartstochten. Ze heeft geen lust in spelen, ook niet in galante avonturen; ze houdt alleen van conversatie. Voor de meeste dames zou een leven als het hare te vervelend zijn." Eenige dagen later echter begon ik te vermoeden, dat de markiezin de liefde niet zoo vijandig gezind was als Molina had gezegd en ik zal meedeelen welken grond ik had voor mijn vermoeden. Op een ochtend, terwijl zij bezig was met haar toilet, meldde zich een klein gebocheld mannetje aan van ongeveer veertig jaar met een onaangenaam uiterlijk. Hij zei me, dat hij mevrouw de markiezin wilde spreken. Ik vroeg hem namens wien hij kwam. "Namens mij zelf," antwoordde hij trotsch. "Zeg, dat ik de heer ben, over wien ze gisteren met dona Anna de Velasco heeft gesproken." Ik liet hem binnen en ging mijn meesteres zeggen, dat hij er was. De markiezin deed een uitroep van vreugde en zei, dat ze hem zou ontvangen. Zij bepaalde zich er niet toe, om hem vriendelijk te ontvangen, de meisjes moesten de kamer verlaten en ze bleef alleen met den kleinen bochel. Wij lachten om dat mooie tête-
Maar later teekende ze een portret van meneer Davis, met een monsterachtigen neus en een bochel, en de woorden: "Jonge dames, mijn oog is op u gevestigd," kwamen uit zijn mond in een soort van ballon. Wij stikten er om, maar opeens was zijn oog op ons gevestigd, en schreeuwde hij Susie toe, hem haar lei te brengen.
Augusta riep nu niet meer: "Ba! een bochel," want eenige maanden waren voldoende geweest om haar een zekere genegenheid voor den knaap in te boezemen en hem zelfs tegen de soms vrij heftige uitvallen van nicht Barbara te beschermen.
Het was aandoenlijk een man van bij de negenenzestig te hooren spreken van "als ik oud word"! "Klaas", ging hij voort "zoo as meheer wel begrijpt, krijgt ook een zakduit. Maar wat doet Klaas? Klaas doet niets, dan nou en dan de straat voor iemand wieden. Klaas houdt zich gek; Klaas danst met zen bochel; en as ie centen krijgt van de lui en van de kinderen, dan wandelt Klaas de poort uit.
Bedeesd slaat de jongen de oogen neer en doet geen verdere poging om te ontkomen, als Jakob antwoordt: "Ik was zoo even in den stal, juffrouw, en zag hoe die gemeene bochel...." Een toornige blik van den aangewezene treft hem en ontlokt hem de woorden: "Kijk me maar zoo valsch niet aan; 'k zal je straks wel nader spreken.
"Krates!" zegt Strijkman vrij luid, terwijl hij de lamp grijpt en omhooghoudt, om den jongen beter te kunnen zien. "Je hoeft mijn jongen niet uit te schelden, hoor! 't Kind doet je immers niets," bromt de vrouw en ontevreden laat zij er op volgen: "Ouwe kerel, je moest je schamen; dank God, dat jij geen bochel hebt."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek