Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 7 juni 2025
U sprak van de tijden, toen er nog geen bleekgezichten waren, maar wij willen over den dag van heden spreken. En daar ik degene ben, die u heb laten roepen, zal ik ook het eerst spreken, en zeggen wat ik van u verlang. Ook ik heb nu gezegd. Howgh!" Dat was een krasse terechtwijzing. Daardoor bracht hij de Roodhuiden aan het verstand, dat hij hier te bevelen had.
Hij deed aan eenigen der Roodhuiden de vraag, op wie het bij hun laatsten rit gemunt was geweest, en zij antwoordden in overeenstemming met den hoofdman, dat zij niets kwaads tegen de bleekgezichten van zins waren geweest. "Die menschen willen u niet tot een leugenaar maken," vervolgde hij, het woord weer tot den hoofdman richtende. "Maar ik heb een onomstootelijk bewijs.
Hij verhaalde op de korte, krachtige en toch hoogdravende manier van een Indiaanschen improvisator, wat er gebeurd was, en schilderde het verraderlijke gedrag der bleekgezichten, met wie men in vrede had geleefd, en die men door niets had beleedigd; hij deed dat met zooveel vuur en in bewoordingen, die een zoo diepen indruk op de Roodhuiden maakten, dat zij met hun wapenen begonnen te rammelen en kletteren.
"Gijlieden zijt van morgen aan mijn krijgslieden ontkomen," zei de hoofdman op zeer strengen toon. "Maar de groote Manitou heeft u nu in mijn handen gegeven; en voor de moorden, die gij gepleegd hebt, zult gij aan den martelpaal huilen en kermen, zoo luid, dat alle bleekgezichten in het gebergte het hooren." De twee verstonden ieder woord van den Roodhuid, want hij sprak tamelijk goed Engelsch.
Wij weten dat gijlieden vrienden der roode mannen zijt, en daarom zult gij niet het lot deelen van de andere bleekgezichten, die wij gevangennemen. Die komen terstond aan den martelpaal maar gij zult om uw leven mogen kampen." Hier maakte hij even een pauze, waarvan Old Shatterhand partij trok, om de vraag tot hem te richten: "Met wie? Wij met ons vieren tegen u allen? Goed, het is mij wel.
Langzamerhand ontfermde zich de slaap over de vermoeide oogleden die zich niet weer openden, dan toen zich daarbuiten een luid geroep deed hooren, en de deurmat van de tent opengemaakt werd. Een Roodhuid keek naar binnen, en zei: "De bleekgezichten kunnen opstaan en met mij medegaan." Zij stonden op, namen hun wapenen, en volgden hem.
Wat denkt gij wel dat gij verdiend hebt?" De Timbabatsj zweeg. "Den dood! Een tienvoudigen dood! Maar gij zijt mijn vriend en kameraad geweest, en die bleekgezichten hebben liever, dat ik u niet zal dooden. Gij zult dus blijven leven, maar alleen dan, wanneer gij doet wat ik van u verlang." "Wat verlangt gij?"
"Nog eer de dag van morgen aanbreekt?" vroeg hij. "Zijn dat woorden van een rooden krijgsman? De bleekgezichten hebben ons overvallen en beroofd, en onze mannen gedood. Nu rukken zij met overmacht op ons aan, om ons bloed te vergieten, en roepen ook de scharen der Navajos tegen ons in het veld.
Wanneer gij ons ter dood brengt, zal er een kreet van verontwaardiging over de bergen en prairiën weergalmen, en duizenden bleekgezichten zullen zich ten strijde opmaken, om onzen dood te wreken. Die wraak-oefening zal des te strenger wezen, omdat wij altijd de vrienden der roode mannen geweest zijn." "Wij dus gij niet alleen? Bedoelt gij met dat woord uw drie metgezellen? Wie zijn dat dan?"
De Apache zette een alleroolijkst gezicht, toen hij antwoordde: "Onder de bleekgezichten bevindt zich iemand die zich zelf en de zijnen niet zoo gemakkelijk laat doodmaken." "Wie is dat?" "Old Shatterhand." "Wat!" riep de jager, van verwondering opspringende. "Old Shatterhand, dien gij boven, aan het Zilvermeer, hoopt te ontmoeten? Zou die werkelijk reeds hier zijn?"
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek