United States or Hungary ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Ik kan niet lezen, mijnheer." "Zeg, Tinus, heb jij wel eens van 'n De Boer gehoord?" "De Boer?... Ik ken een schoenmaker De Boer... Kan 'm dat zijn?" "Ach God, nee, mijnheer!... Mijn zoon is in betrekking." Niemand wist 'r te helpen. Met snelle, bibberende rukjes kauwde ze, hield de mand vast met de bevende handen. Wat zou ze nou doen?

"Azeu 'n scheun kind, mevreiwe! Azeu 'n scheun ijngelke van 'n kind!" herhaalde zij met bibberende stem. "Niet waar!" riep trotsch de jonge moeder. Maar zij voelde dat haar te rijk geluk het arme boerevrouwtje leed moest doen en vroeg haar met bezorgd gezicht hoe 't met Alfons gesteld was en of zij hem kon zien.

Er zijn wezens die niets meer verlangen; levenden, die het azuur des hemels aanschouwende, zeggen: 't is genoeg! droomers, die, in het wonderbare verzonken, in de aanbidding der natuur de onverschilligheid voor het goede en het kwade putten; geheel van den mensch afgetrokken beschouwers van den cosmos, die niet begrijpen, dat men zich met den honger van dezen, met den dorst van genen bezighoudt, met de naaktheid van den arme des winters, met de wanschapenheid van een ellendig klein wezen, met het armoedig strooleger en dakkamertje, met den kerker en met in lompen van koude bibberende jonge meisjes, wanneer men onder het geboomte droomen kan, schrikkelijk vreedzame menschen, die onbarmhartig tevreden zijn.

Maar zij had niets meer, zij stond zoo ellendig alleen en zoo zwak op de wereld; en laf ontsnapte 't aan haar bibberende lippen: "Gij of zij, d'r moet toch ien van de twee wig; azeu 'n kan 't nie blijven. En zij moe in alle geval...."

Maar beneden zwoegden al de witte verschijningen, vuns van moord, over de onder hen bibberende keienbaan op de stuipende beenen voort. "Zij zijn moe, ze zullen vallen, monsieur Badaud." Voorbij slingerde het oude negerlijf in de aschkleurige vodden, rood onder een émail van bloed.

"Kijk hier liggen de schoapkes zeu scheune te rusten," hikte zij droog, hem voor het kleine beddeken en 't wiegje brengend. Hij zei geen woord meer. Hij keek zijn kinderen lang aan, met starren klik, en keerde zich toen om. Zijn wenkbrauwen stonden gefronst, zijn kin beefde. Geen enkelen klank meer uitten zijn bleeke, bibberende lippen.... Zij wist het nu, hij kon niet meer genezen....