Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 18 oktober 2025


»Daarvoor neep mij de kou te hard, jongenlief; buitendien hoorde ik aan alle kanten de gekwetsten kermen, dus wist ik, dat ik nog op mijn oude plaats was. Ik begreep dat ik den dag niet halen zou zonder deksel. Ik tastte in het rond, rillend en bibberend van de kou. Eindelijk, daar hield er ineens een op met kermen.

't Barontje stotterde, wist niet goed wat geantwoord, herhaalde slechts, bevend en bibberend, dat ze zijn paarden hadden doen schrikken; dat hij de burgemeester der gemeente was, dat hij hun naam wilde kennen en zij de schade aan paarden en rijtuig zouden betalen.

't Lag met zijne armen zoo subiet hopeloos geweld te doen ... en te rukken aan de sargie, met zijn nagels ... en 't heeft mij meteen bezien, met zijn oogskens wijd open.... Wat wou 't zeggen, o God! 't En kon niet spreken, en die oogen.... Ik dacht dat het te roepen begon. 't En zei niets. 't Waren die oogen. Drink een beetje, lieve. Ja. Ze grabbelde bibberend naar het glas.

Muziek, muziek om te dansen, speel, kavalier. De jongen liet den dentiste in den steek, sprong naar zijn stoel, boog met de sigaret bibberend tusschen het vel van zijn lippen, naast zich naar zijn guitarra, en zei leuk en in zijn schik: «Pronto." Carmen was opgestaan, zonder verder iets te zeggen.

In weerwil van den motregen, zagen zij heur staan met loshangend haar, in heur hemd, nat en bibberend, zonder te durven binnenkomen. Wat doet gij daar, schier naakt, in den regen? Ha! zegde ze, ja, ja, groot wonder! En ze wees naar den hond die, verworgd, levenloos uitgestrekt lag. Uilenspiegel dacht terstond aan den schat. Hij liep er henen. Het hol was ledig en de aarde in 't ronde gestrooid.

Frits had hem op een kouden herfstavond, terwijl ’t regende dat ’t goot, bibberend, nat en verkleumd voor de huisdeur gevonden en, medelijdend van aard als hij was, ’t kleine diertje binnengebracht en aan de meid gegeven, om ’t in de keuken wat te doen opdrogen.

Ze bestegen den oever, bibberend van hun vijf op elkander volgende baden en met het voorhoofd besmeerd met geel en rood door de poerohita's, die van twee uur in den namiddag af op hen wachtten, neergehurkt aan den oever van de laatste rivier. Er stonden al een paar tenten.

"Miss Ellis zelf is er altijd al om half vier uit om ons wakker te kunnen bellen...." Hedwig zuchtte; ze was nog zóó weinig uitgerust! En wat een tooneel zag zij voor zich! Bibberend, half schreiend van de koude, stonden daar de arme kinderen zich aan te kleeden of te wachten, tot haar beurt zou komen om zich te wasschen.

Zij had hem naar Courcellis gezonden, naar zijn tante, die kleerkoopster is, om te zien of hij geen warmer buisje zou vinden dan zijn linnen kiel, waar hij in rilt van koude. Zijne tante had slechts oude mannenjassen, te groot voor hem, en de kleine is bibberend teruggekeerd, met verglaasden blik, alsof hij te veel gedronken had.

Lobbesachtig, met eenige verbazing, wát of die twee juffrouwen met zijn zaken te maken hadden, keek de vieze op. "Kischt! Kischt!" De schoen had hem niet geraakt. Voorzichtig, maar vastberaden ging hij voort met de beruiking van het hondendekje, dat hij belangrijk scheen te vinden, terwijl Molly, bibberend, met ingehouden najankertjes, zich niet langer tegen de kennismaking verzette.

Woord Van De Dag

arasbesken

Anderen Op Zoek