United States or Norfolk Island ? Vote for the TOP Country of the Week !


Hij wist niet wat hij er doen zou, maar liep voort; de weg steeg gedurig hooger, hij hoorde zijn schreden niet. Zijn gedachten waren nu stil, zoo stil als de blanke herfstavond.

Door de open vensters stroomden de accoorden, kalm uiteenvloeiend in de stilte van den herfstavond, gelijk het water van eene rivier zich verliest in den oceaan.

Paul klom op den hooizolder, ging vogels vangen, keilde steenen over den poel, of sloeg met een stok op de groote vaten, die hol opklonken als trommen. Virginie voerde de konijnen, vloog vooruit om korenbloemen te plukken, en om haar rappe beenen wipten de geborduurde strooken van haar broekje. Op een herfstavond keerden ze gevieren door de weilanden huiswaarts.

Eénmaal had hij appelen gestolen in den tuin van Wobbe, waar de jongens dikwijls heengingen om vruchten weg te nemen, want Wobbe had een grooten boomgaard, waarin heel veel lekkers groeide. Jantje had er nog nooit aan meêgedaan, maar eindelijk liet hij zich overhalen om ook meê te gaan. 't Was op een herfstavond en ruw weer.

Van dat oogenblik af erkenden zijne kameraden hem stilzwijgend als hun meerdere. Op een herfstavond was Dik, die toen ongeveer twaalf jaar oud zal geweest zijn, met zijne makkers op de markt aan het spelen, tot het donker werd. "Jongens," riep Bruin Boon, die ook meêdeed, "willen we vrouw van Aken eens voor den gek gaan houden?" "Ja, ja, dat is goed," klonk het van alle kanten.

Het was een liefelijke herfstavond; de zee scheen te slapen, en de lichte wolkjes, waardoor de gloed der ondergaande zon verbleekt was, zweefden als een kronkelende dunne rook langs het blauwe uitspansel. Waarom was Bingham nog niet terug? dacht zij; hij zou nauwelijks tijd hebben om van kleeding te verwisselen. Als hem eens een ongeluk overkomen was?

Mevrouw Shelby zat in de nette voorkamer, waaruit een vroolijk houtvuur de kilheid van den herfstavond verdreef. Er stond eene tafel met zilverwerk en geslepen glas bedekt, hetwelk onze oude vriendin Chloe nog bezig was te schikken.

Ze dee het raam open, stak het hoofd naar buiten. De straat lag altijd lang, zwart, rustig. Het was een zachte herfstavond. Gele blaren ritselden over den grond. Sterren stonden an den hemel. Had ze Mina laten bellen? Had ze... Boven op haar slaapkamer kraakte iets. Groote God! Was er iemand, was d'r een man!... Ze luisterde met een angstgehamer in haar keel, dat ze niet ademhalen kon.

Frits had hem op een kouden herfstavond, terwijl ’t regende dat ’t goot, bibberend, nat en verkleumd voor de huisdeur gevonden en, medelijdend van aard als hij was, ’t kleine diertje binnengebracht en aan de meid gegeven, om ’t in de keuken wat te doen opdrogen.

En ofschoon de groenig-trijpen stoelen den goeden zorgen geen eer aandeden, het weeïge vochtluchtje, dat vooral uit de hoeken en kasten opsteeg, gaf het bewijs, dat ze woord had gehouden. Al was de herfstavond frisch, Go had toch beide ramen 'n eindje opengezet en de wind deed de groene overgordijnen zachtjes bewegen.