Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 22 juni 2025
Hij verklaarde dat hij den Goden dankbaar was voor de aangename verrassing, welke hem hier te beurt viel, en kuste de handen van Henriëtte binstdien. Hij wierp zijn rotting op een sofa en trok langzaam zijne handschoenen uit. Een witte krysantheem schaterde op zijne borst naast het tipje van een groen zakdoekje, dat daar even uitstak. Mijnheer du Bessy had een hooge kleur.
Mevrouw Chanteraine maakte zeer veel toilet, voerde een leven van overdreven weelde en lette niet meer op haar zoon, die nu gansch aan het eigenaardig geleide van mijnheer du Bessy werd overgeleverd. Ernest leed wel een tijd onder die plotselinge verwijdering, maar het trof hem niet zoo ongemeen en de lichte elegantie van zijn voogd hielp mede om het ongemak te besluieren.
Ernest keek niet op; maar pastoor Doening hief zich recht en zijn grijze hoofd neeg naar Francine. Mijnheer du Bessy beet op zijne lippen. Simon had stil de deur dichtgedaan. Toen de kist in de statige lijkkoets was opgesloten kwam de ceremoniemeester buigen vóor Ernest Verlat en mijnheer du Bessy, die, getweeën, als eenige geleiders van den rouw, in de duistere kamer waren gebleven.
Ook de elektrische bel rinkelde zonderling daarbinnen .... Bij de deur van het salon liet ze hare bloemen vallen, hare armen zegen omlaag en ze stond te staren naar Ko, den ouden knecht, die in zijn nieuw rouwpak vóor haar, tegen het gedempte vensterlicht, opsomberde. Onwillekeurig vroeg ze: Zijt gij het, Ko? Seffens trad, uit de nevenkamer, mijnheer du Bessy.
Hij vezelde, ontzet: Pastoor .... pastoor .... hoort gij nog iets? Pastoor Doening schudde zijn hoofd. Ze luisterden allebei. Het huis was doodstil. Mijnheer du Bessy opende zacht de deur en kwam neerzitten onder het hooge schouwkleed. Zijn dasje was scheefgesnoerd en zijne schoenen geheel nat van sneeuwslijk. De derde dokter is vertrokken, sprak hij. Hij moet terugkomen, en Ko is mede met hem.
Haar neus werd soms zenuwachtig opgetrokken, en dan scheen ze telkens een groot misprijzen niet te kunnen onderdrukken. Pacôme beloerde haar. Hare houding verontrustte hem meer dan hare woorden. Als ge wat te vertellen hebt, zei hij langzaam, verstop u niet langer. Ja, deed ze met waardigheid, dat zal ik doen. Ik heb u wat te vertellen. Is du Bessy hier geweest?
Die Godin, mijn kind, heeft hart noch ingewanden, en de liefde, onder welke vormen ook, boezemt haar een onnoemlijke afgunst in. Wil ik u eens wat vertellen van haar? Mijnheer du Bessy droeg een prachtig overhemd in grauw tussor bezaaid met licht-groene erwtjes. Het hing los aan zijn hals en was op zijne nauwe borst met ivoren knopjes toegemaakt.
Ze bleven tot halfnegen in de zwoele alkoof, vol met de raadselachtige reuken, die mijnheer du Bessy gewillig voor den geur van goddelijke mirten hield. Dan kleedden zij zich om naar den schouwburg te gaan. Dat was geen klein werk.
Hewel! kerel! vervolgde zijn neef, ge kunt het schikken volgens uw best oordeel, maar morgen avond er mag zijn wat wil morgen blijft Oomken thuis. Da's kras genoeg, knikte Mijnheer du Bessy, de krabbing van zijne droge keel in een geutje thee neerzwelgend. Ja.... en ik vind kras ook, dat Oomken daarom zoo verwonderd kijkt.
Men riep den dokter, mijnheer du Bessy en pastoor Doening, den ouden vriend van den huize. Als ze weer bekwam, deed ze seffens Ernest roepen en wilde alleen zijn met hem. Toen lachte ze vriendelijk haar zoon tegen en zei dat alles wel goed was en zich zou schikken geleidelijk; hij moest het meisje bij haar brengen, en zij zou haar liefhebben. Ze vroeg dikwijls: Heeft zij u lief, mijn jongen?
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek