United States or Sierra Leone ? Vote for the TOP Country of the Week !


't Is waar, ook zij hadden hun zoon Reinier aan de legers van den Keizer moeten afstaan, maar bezaten zij niet elkánder, hadden zij niet hun luidruchtige bengels van jongens? Doch moeder Jane bezat thans niets meer en zij konden het zich dus zoo begrijpen, dat de vereenzaamde vrouw verkwijnde naar lichaam en ziel.

Te vergeefs poogde Lili een gouden bordpapieren lier uit de handen te redden van den twaalfjarigen zoon des huizes, terwijl de beide bengels van neven op het punt waren tegen een groot wit kruis aan te klimmen, dat, in een hoek der kamer geplaatst, onder hun aanvallen reeds wankelde, Weg van dat kruis, Jan en Karel! Geef die lier op, andere Jan! brulde Paul.

Een paar kleine bengels van 10 of 12 jaar gaan vlak voor ons op hun hoofd staan en loopen op hun handen heen en weer, terwijl ze de naakte voeten omhoog steken. Daar krijgen we het beiden bepaald benauwd van verbeeld u eens, in de middaghitte van een dag, die 's morgens om halfelf reeds 28° in de schaduw had, op 't hoofd te staan; 't is om er een beroerte van te krijgen, alleen door het te zien.

Maar hij zag er niet tegen op, met ons mee te doen, al waren wij in dien tijd eigenlijk maar ... ha-ha ha!... kwâjongens ... kleine bengels; en al was hij ambtenaar van het catholieke ministerie. Ja, daar heeft hij veel moed bij getoond. "Ons eerste nummer sloeg er nog al goed in.

Klaagden we bij hun onderwijzers, dan werden we altijd heel welwillend ontvangen en hadden het succes, dat de bengels duchtig onder handen werden genomen. Doch hieraan was een ander gevolg verbonden, dat die jongens n.l. nog wat vijandiger tegenover ons kwamen te staan.

Zoo spant me dat vrouwtje samen met de kleine bengels, en dan blijven ze in de kamer; zij zet zich bij mij neder en van dat oogenblik af aan hoor ik geen kik meer. Nu, wat moet je doen om rustig te kunnen werken. Bij al mijn geluk heb ik echter nog slechts één wensch, namelijk deze, dat ge ook eens mocht overkomen om Algiers te zien.

De lust tot zwerven was hun aangeboren. Reeds als kleine jongens brachten ze hun moeders in angst, als ze doelloos buiten het dorp rondzwierven en zich in uren niet lieten zien. Toen ze naar school gingen, werd het niet beter. In letters en sommen vonden ze niet veel behagen. Een leerplichtwet was er niet. Hun vaders schenen het te druk te hebben, om de gangen van de bengels na te gaan.

Nooit. Men voelt wel, waarom ik mijn vroegeren meester zijn slaan niet vergeven kon. Dat was heel iets anders. Die maakte van zijn slaan een gewoonte, een voldoening, een nijdig genot. Vader sloeg uit drift. Je zag, dat hij er zelf geen plezier in had. Hij sloeg, omdat die bengels hem het bloed uit de teenen haalden. En straks was hij weer aardig tegen je en goed en hartelijk.

"Ja, kijk nu! Zoo gaat het! Hier zitten we uur in uur uit en verknoeien onzen tijd aan de luie bengels daar, die toch niet willen leeren; voor jelui helpt niets dan een flink pak slaag, en dat zou jelui hebben ook, als ik mijn zin kreeg." Toen gaf hij ze gauw allemaal een vier en schreeuwde door 't spektakel heen, dat nu in de klasse opging: "Den volgenden keer tot aan de rivieren in Frankrijk."

"Hm, ik kan u zeggen, Mevrouw Lövdahl," viel meester Klausen in, "dat er bijna geen dag omgaat, dat ik niet vier of vijf oude wijfjes op mijn dak krijg, die een mondje open komen doen over een of ander wat met hun lieve bengels gebeurd is." "Ja, dat zou me een lieflijke optocht van moeders geven, als je al hun praatjes aan wou hooren!